GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 159

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 159

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

in de loop der tijden, een zeker evenwicht bereikt. Maar dat wil weer niet zeggen dat potentiële gevaren geheel afwezig zijn. De bhksem kan altijd nog inslaan. Dat is geaccepteerd. Eventuele risico's van nieuwe ontwikkelingen zijn dat niet. Er valt geen enkel proces te bedenken, dat in de maatschappij in gang wordt gezet, en dat géén gevaren met zich meedraagt. We kunnen die gevaren alleen niet voorspellen. Maar als je - zoals sommige groeperingen in de samenleving kennelijk willen - elk risico wilt uitbannen, dan gebeurt er helemaal niets meer; dan staat de hele zaak stil. Het nemen van risico's is nu eenmaal inherent aan creatief handelen. De vooruitgang, mede als gevolg van ontwikkelingen in de wetenschap, is onmiskenbaar. Ik denk dat de gemiddelde mens in onze samenleving minder risico loopt om door een ramp van welke aard dan ook, te worden getroffen, dan zijn soortgenoot in bijvoorbeeld de Middeleeuwen. Het risico is kleiner geworden, alleen de omvang van een incidentele ramp is tegenwoordig misschien groter; alhoewel..., zo'n pestepidemie was natuurlijk óók niet niks.

M

en zegt, op grond van deze redenering, wel dat ik er een zeer liberale opvatting inzake wetenschapsbeleid op nahoud. Tegelijkertijd vraagt men zich dan af hoe dat te rijmen valt met mijn voorzitterschap van de RAWB; het geven van advies impliceert immers de mogelijkheid tot sturen, tot het mede bepalen van zo'n beleid. Ik heb daar wel een antwoord op. Kijk, wetenVU-MAGAZINE—APRIL 1989

Prof.dr. H.G. van Bueren (1923) nam eind februari 1989 afscheid als voorzitter van de Raad van Advies voor het Wetenschapsbeleid (RAWB), een functie die hij sinds 1979 bekleedde. Van Bueren is van huisuit fysicus en was, na een periode bij het Philips laboratorium, tot '79 als hoogleraar verbonden aan de Faculteit der Sterrenkunde van de Rijksuniversiteit Utrecht. Daarna was hij nog enige jaren buitengewoon hoogleraar. Interview: Gert J. Peelen Foto: Stokvis

schapsbeleid is voor mijn gevoel niet het vaststellen van richtlijnen; je moet niet dwingend opleggen dat men in de wetenschap dit doet en dat nalaat. Het belangrijkste element in het wetenschapsbeleid is voor mij het stellen van randvoorwaarden. Het beleid van de overheid dient in de eerste plaats voorwaarde-scheppend te zijn; moet er primair op gericht zijn, dat de wetenschap en haar beoefenaars, in een zo gunstig mogelijke uitgangspositie verkeren, en dat zoveel mogelijk mensen daarvan kunnen profiteren. Om politieke redenen kan de overheid zich soms genoodzaakt zien toch prioriteiten te stellen. Dat kan bijvoorbeeld zijn het bevorderen van onderzoek naar emancipatiemogelijkheden van minderheden, of naar middelen om het drugsprobleem op te lossen. Maar als het aan mij lag zou ik zeggen: doe dat zo min mogelijk! De argumenten mogen dan nog zo deugen, het sturen van de wetenschap loopt vrijwel altijd uit op het belemmeren ervan. Dan raakt de wetenschap uit balans. Sommige wetenschappelijke ontwikkelingen komen daardoor niet meer aan de bak, en een evenwichtige kennis-

ontplooiing wordt bij gevolg onmogelijk. Bovendien komen bepaalde onderwijstaken - belangrijk voor de vorming van nieuw wetenschappelijk kader - daardoor in het gedrang. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar, algemeen gesproken, dient de overheid zich te onthouden van pogingen de wetenschap inhoudelijk te sturen. Hier past de grootst mogelijke reserve. En als de overheid het al doet, dan kan zij dat alleen op basis van politieke overwegingen; men moet daarvoor dan geen wetenschappelijke argumenten trachten aan te dragen.

M

ijn eigen wetenschapsgebied was sterrenkunde, al voel ik me méér een fysicus in algemene zin. Tien jaar geleden heb ik de actieve wetenschap verlaten; ik ben daarna alleen nog een paar jaar buitengewoon hoogleraar geweest. Gebrek aan tijd speelde een rol; ik vond

renkunde, steeds sterker is gaan speciahseren. Ik vind mijn voormalig vakgebied er daardoor niet aantrekkelijker op geworden. Maar ik zei het al; ook dat is onvermijdelijk; we zullen het moeten accepteren. Mijn afscheid van de actieve wetenschap had ook een andere reden; die mag u best weten. Ik voelde me na de democratiseringsgolf, eind jaren zestig, begin jaren zeventig - die ik overigens best kon billijken, hoor - niet echt thuis meer aan de universiteit. Door de bureaucratie en de vergadercultuur die daaruit voortvloeiden, kwam ik nauwelijks meer aan mijn wetenschappelijke werk toe. Ik had niet zoveel zin meer me voortdurend bezig te moeten houden met zaken die ik wezensvreemd acht aan de wetenschapbeoefening. Beetje naief misschien, maar ik vind datje een wetenschapper niet moet vermoeien met beheerstaken en budgetbewaking. Het is, tegen die achtergrond, overigens geen

Beetje naief misschien, maar ik vind dat je een wetenschapper niet moet vermoeien met beheerstaken en budgetbewaking. het niet langer verant woord die functie te combineren met het voorzitterschap van de RAWB. Ook de sterrenkunde heeft zich inmiddels zo sterk ontwikkeld, datje aan aheen al het bijhouden van de nieuwste onderzoeksresultaten dagwerk zou hebben. Die ontwikkeling heeft ertoe geleid, dat men zich, ook binnen de ster-

wonder dat het sommigen bevreemd heeft dat ik koos voor het voorzitterschap van de RAWB. Men vond mij daardoorniet geheel ten onrechte juist een typische representant van die vergadercultuur. Maar als vergaderen eenmaal onvermijdelijk is, doe het dan op zo hoog mogelijk niveau.

5

25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 159

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's