GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 247

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 247

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

schap zien te kweken! En degenen die gewoon na vier jaar een diploma krijgen, moeten ook nog wat waard zijn! Daar wordt weinig over gesproken, maar volgens mij is dit op het ogenbhk voor de universiteit een duidelijk probleem. Er zijn gelukkig nog altijd wel enkelingen die zoveel opnemen dat ze een wetenschappelijke attitude vormen. Maar dat gemiddelde hoge niveau van vroeger is verdwenen. En dat is een grote zorg.

E

en andere grote zorg is dat als je aan een universiteit werkt, bepaalde activiteiten, zoals onderzoek, in het gedrang kunnen komen. Er bestaat al sinds een aantal jaren een plan om in samenwerking met onderzoekers aan andere universiteiten een literatuurgeschiedenis van de negentiende eeuw te schrijven. Om dat te verwezenlijken heb je iemand nodig die daar veel energie in kan steken. Dat hoop ik nu te kunnen doen. Maar diep in mijn hart heb ik ook nog wat andere wensen. Ik zou tóch nog een keer terug willen naar Willem de Clerq, op wie ik indertijd ben gepromoveerd. Ik zou een nieuwe uitgave willen verzorgen van zijn dagboek, zoals het indertijd door Allard Pierson is bezorgd. Ik vind het erg jammer dat dat boek op het moment niet meer te krijgen is. Willem de Clerq is een buitengewonefiguurin de negentiende-eeuwse cultuur. Ik heb er nooit bij stilgestaan dat ik met hem niet zo hoog zou kunnen scoren. Ik denk dat veel mensen met zijn werk gediend zouden zijn. Alleen zien ze dat niet. Niet om de boodschap - dat maakt ü er weer van. Willem de Clerq heeft zijn eiVU-MAGAZINE—JUNI 1989

Prof.dr. M.H. Schenkeveld (1928) nam op 28 april afscheid als hoogleraar in de nieuwe Nederlandse literatuur aan de Vrije Universiteit. Haar afscheidscollege was getiteld 'Beelden van de negentiende eeuw'. Zij was sinds 1961 aan de VU verbonden, eerst als wetenschappelijk medewerker en vanaf 1970 als hoogleraar. In 1962 promoveerde ze op 'Willem de Clerq en de literatuur'. Ze schreef over de poëzie van dichters uit de negentiende en twintigste eeuw, van Jacques Perk en Gorter tot Nijhoff en Achterberg, en ze verzorgde uitgaven van werken van Beets, Busken Huet en van brieven van A. Roland Holst. Interview: Johan de Koning Foto; Bram de Hollander

gen ziel, zijn geestesleven, op een zeer gevoelige en subtiele wijze in zijn dagboek genoteerd. Uit zo'n dagboek krijg je een heleboel informatie over het leven in de negentiende eeuw, maar vooral over dat zieleleven: iemand die zeer gelovig was, het geloof nooit op een koopje heeft genomen, maar er altijd mee bezig was. Het is een ontmoeting met een mens. Als er romantische zielen zijn geweest, dan was Willem de Clerq er één. Willem de Clerq behoorde tot het Réveil. Allard Pierson was daar ook uit afkomstig, maar is er van afgeraakt. Zonder dat hij ooit een definitieve oplossing heeft gevonden. Dat is een mensensoort dat mij nogal interesseert. Het blijven zoeken. De confrontatie tussen het geloof en ontwikkelingen in de wetenschap is die negentiende-eeuwers door de ziel gegaan. Pierson zocht een strikt verantwoorde levenshouding. Hij had een religieus gemoed, maar met zijn verstand kon hij het christelijk geloof niet accepteren. Dan is het niet zo makkelijk om vaste

grond onder de voet te houden. In je jeugd leerde je dat mensen als Allard Pierson en Busken Huet afvalligen waren en dan liepen de rillingen je over de rug. Nu begrijp je ze zoveel beter.

E

r is een ontwikkeling geweest in de literatuurgeschiedschrijving waarin de literatuur steeds meer is komen te zweven boven de samenleving. Dat heeft iets te maken met de nawerking van Tachtig. In de literatuurgeschiedenis die wij voor ogen hebben willen we het verband tussen samenleving en literatuur weer nagaan en verhelderen. Wat werd er gelezen en hoe werd er gelezen? De geschiedenis van de boekhandel is daarbij

se trekje om zonder meer te zeggen dat het eigen literaire verleden niets waard is. De verste weiden zijn het groenst. Het begint er al mee dat op school de literatuur van de dag - die op zichzelf ook belangrijk is - niet wordt aangevuld met hteratuur uit het verleden. Dan blijft ook aan de universiteit de belangstelling meestal heel sterk uitgaan naar de moderne literatuur.En naar de Middeleeuwen - die zijn om de een of andere reden erg in de mode. De negentiende-eeuwse literatuur bevat veel werk datje echt niet hoeft te lezen, maar er zijn ook auteurs die minstens zo inteUigent zijn als degenen die we tegenwoordig bewonderen. Multatuli: makkelijk lees-

'De confrontatie tussen geloof en wetenschap is die negentiende-eeuw ers door de ziel gegaan.' een middel. Het karakter van de poëzie in de negentiende eeuw is beïnvloed doordat er nog veel werd voorgedragen. Men kwam in de eerste periode van de negentiende eeuw in genootschappen bij elkaar. Mensen stroomden toe als Bilderdijk kwam voorlezen. Ook thuis werd er voorgelezen. Bij de tachtigers vind je daar nog een restant van. Ik weet niet of dichters tegenwoordig nog nieuw werk aan elkaar voorlezen, maar de tachtigers deden dat. Gorter las voor aan Alphons Diepenbrock en de Van Eedens. Dat is goed om te weten alsje met de negentiende eeuw bezig bent. Het is een heel Nederland-

baar ook. Huet: zonder meer de moeite waard en ook nogal amusant. Een aantal essays van Pierson zijn uitnemend leesbaar en zeer intelligent. Iemand die in het buitenland in de eigen literatuur hooggeacht zou worden is Potgieter. Je zou het niet zeggen, maar zijn werk bevat werkelijk schatten. Een probleem is wel dat je er even voor moet gaan zitten. Guido Gezelle mogen we ook niet vergeten. Die is bezig in vergetelheid te raken, terwijl zijn poëzie echt prachtig is. Watje uit de negentiende eeuw nog kunt opdelven, daar zou ik nog een hele tijd over door kunnen praten.

9 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 247

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's