GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 475

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 475

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

een wereld bouwen, je reconstrueert. Idealiter laat je de bouwstenen goed zien. Je kiest formuleringen waarin je de status van je uitspraken duidelijk probeert te maken, die hele schaal van 'heel misschien' tot 'hoogstwaarschijnlijk'. Je stelt reconstructies voor in afwachting van betere. Die absolute waarheidsclaim is überhaupt nooit vol te houden."

P

leij spreekt zijn bewondering uit voor de historicus Simon Schama: "Die gaat daarin weer een stap verder dan ik. Hij schrijft heel literair (ik lees dat ademloos) en zegt: 'Ik maak een eigen wereld met de gegevens die ik heb, verder heeft mijn streven geen nut. Ik wil in gesprek blijven met de vorigen.' Hij citeert daarbij Eliot: 'Breaking bread with the dead'."

dagelijks leven. Daar wilde ik meer van weten." Tot zijn teleurstelling bleken rederijkers niet 'het volk' te vertegenwoordigen. "Volkse literatuur begon mij toch steeds meer te interesseren. Op zoek naar teksten die niet uit die elite kwamen, kwam ik bij die carnavalsteksten. In handboeken wordt nog steeds gesuggereerd dat de literatuur van de vijftiende, zestiende eeuw de rederijkerij is, maar daarnaast bleek er een literatuur te zijn die door drukkers werd verspreid en die helemaal geen retoricaal taalgebruik vertoont. Toen ging het balletje rollen en raakte ik steeds geinteresseerder in de rol van stedelingen."

Een boekverkoper in de late Middeleeuwen: 'Literatuur was een publieke aangelegenheid'.

iiatOjc^ïixbeae^i&ttttté

T

ussen de regels van met name 'De sneeuwpoppen van 1511', is duidelijk Pleij's De historicus als iemand die het ver- waardering te lezen voor de werkleden ondervraagt. lust, de vitaliteit en het aanpasPleij: "Dat spreekt mij wel aan - de singsvermogen van de Brusselse burwegen teruglopen en zeggen: waar- gerij. om is het zo gegaan en niet anders? "Je persoonlijke relatie tot je onderDat blijf ik een mooie doelstelling werp is niet te ontkennen. Ik provinden: het gesprek gaande houden beer dat wel te verbergen, maar bijna onwillekeurig ontwikkel ik met de voorvaderen." sympathie voor die burgers. Je hebt die standenordening, adel, geesteUit zijn werk, vooral uit 'De lijkheid en boeren, en dan komt sneeuwpoppen van 1511', spreekt daar zo'n zootje burgers dat besluit een sterke betrokkenheid bij die het maar zelf te gaan doen. Die hun voorvaderen, de grondvesters van de eigen zaakjes regelen, hun eigen weg burgerlijke beschaving in de Lage gaan en er vervolgens in slagen al Landen. die standen volstrekt van zich afPleij: "Ik ben als kind in een kleinhankelijk te maken. Ja, dat vind ik burgerlijk milieu opgegroeid, vlak wel mooi, van tijd tot tijd." na de oorlog. Daar heerste dat optimistische ideaal van: zelf hebben we De 'adaptatie- en annexatiedrift' die niet kunnen leren, de kinderen zul- Pleij zijn burgers toeschrijft, is ook len leren. Daar heb ik een straat- hem zelf niet vreemd. Pleij: "Ik vind vechtersmentaliteit door meegekre- het heel opwindend om gegevens te gen. Ik behoor tot de generatie die halen uit heel onverwachte hoeken. voor het eerst naar de universiteit Bibliotheekbezoek, dat vind ik het ging. Het is heel makkelijk om te meest opwindende. Ik ben net terug zeggen dat ik daardoor belangstel- uit Darmstadt, waar ik een onUng heb voor opkomende burgerij. bekend refrein van Anna Bijns heb gevonden. Snuffelen, sprokkelen, Maar dat zijn allemaal behaagzieke schatgraven. Het is eigenlijk heel rationaliseringen achteraf." primitief. Dat ik daar boeken en arNuchter: "Ik wilde mij met iets betikelen over schrijf is een rechtvaarzighouden waar niemand zich mee diging voor die snuflfeldrang, denk bezig hield. Ik was eigenlijk in moik soms." derne letterkunde geïnteresseerd. Maar dat deden er al zoveel. Niemand deed iets aan rederijkers. Hij vertelt met gedempte stem ("ik Toen kwam ik bij de rederijkers heb bijna de neiging om het geheim Eduard de Dene en Cornells Ever- te houden") over een van zijn vondaert. Die hadden het over graanprij- sten: "Loterijrijmen, dat is prachtig zen en graanwoeker: eigentijdse pro- materiaal. Die steden hielden voortblematiek, dat had te maken met het durend loterijen voor charitatieve VU-MAGAZINE—DECEMBER 1990

doeleinden; je kocht een lot waarop je niet je naam zette maar een motto, vaak een rijmpje. De loten werden weer ingeleverd en dan werden de prijzen getrokken. Veel van die loten zijn bewaard in archieven. "Ik heb de verzameHng uit Den Bosch gezien, uit de vijftiende eeuw. Uit devotionele gemeenschappen:

'Dat blijf ik een mooie doelstelling vinden: het gesprek gaande houden met de voorvaderen.' 'Maria, geeft mij tgoede lot'. Maar er zitten ook de meest smerige teksten in: 'Vrouwensecreten / zijn gespleten'. Dat is toch prachtig! Maar ook volstrekt onbegrijpelijke dingen: 'Tristam, geeft mij een boterham'. Er zijn duizenden van dit soort rijmpjes, die je exact kunt localiseren en dateren. Wat een bron! Nu begint het probleem: ik begreep er zoveel totaal niet. Ik heb ook niet het gevoel dat daar op enige termijn iets duidelijker aan wordt, daarom 33

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 475

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's