GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 260

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 260

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Theatraal "kunst- en vliegwerk" in de Gouden Eeuw, zoals gebruikt in de opvoering van toneelstukken van Jan Vos.

denvlees goedkoop aan riemen snijdt en lappen". Maar op het toneel was van al dat bloed niets te zien. Een van de weinigen die zich van deze fatsoensnormen niets aantrok, was de spektakelschrijver (tevens glazenmaker en controleur van wijnaccijns) Jan Vos. Vos produceerde met zijn toneelmachineriën ("kunst- en vliegwerk") rook en lichtflitsen en liet voor de ogen van het publiek een man in een beer veranderen. Zijn Medea rijdt in een toverwagen langs de hemeltrans en gooit haar kinderen te pletter op het toneel - een scène die een frappante gelijkenis vertoont met die waarin Glenn Close het dochtertje van M i chael Douglas ontvoert en met haar een huiveringwekkende rit in de achtbaan maakt. Konst: "Jan Vos is een wonderlijke uitzondering in de zeventiende eeuw. In letterkundige studies uit het begin van deze eeuw wordt hij nog als een halve gek afgeschilderd, maar ik ben door mijn promotieonderzoek een groot liefhebber van hem geworden. Bij andere schrijvers was de taal veel belangrijker dan de uitbeelding; bij Vos niet. O o k m o raal is voor hem minder van belang; hij wil stukken maken waar mensen vol afgrijzen naar kijken, verbijsterd door alle bloed dat ze over het t o neel zien vloeien. Wat dat betreft verschilt hij niet van de makers van hedendaagse thrillers en horrorfilms."

Relicten

38 v u MAGAZINE JUNI 1993

gevoelens. Binnen een maatschappij van wetten is wraak de ultieme bedreiging van de orde. Wraak betekent datje het recht in eigen handen neemt, terwijl de maatschappij juist eist dat je dat aan anderen overlaat. Toneelpersonages die hun wraakgevoelens de vrije teugel laten, bieden het publiek een uitlaatklep: de toeschouwers zien op het toneel iets gebeuren wat ze zelf niet mogen, dat heeft een bevrijdende werking. Wanneer die wraaknemingen worden veroordeeld, kunnen ze er b o vendien van leren dat wraak ongeoorloofd is." Spijtig: "De historische waarheid van zo'n verklaring kan ik niet overzien. Ik kan alleen maar constateren dat aan het begin van de zeventiende

eeuw wraak een belangrijke rol speelt op het toneel. Er is ook een andere, puur literaire verklaring m o gelijk. De toneelschrijvers uit de Gouden Eeuw namen vaak Griekse tragedies als voorbeeld. En die draaiden ook veelal om wraak. Ik vind zelf de maatschappelijke verklaring prikkelender, maar die brengt je snel op een speculatief terrein." De wraakzuchtigste van alle wraakzuchtige personages die Konst ontmoette, is de titelheldin uit 'Medea' van Jan Vos. Wanneer zij in de steek is gelaten door Jazon, de held van het Gulden Vlies, tiert Medea: "Ik zal de spieren van uw grove schonken schillen, / En maken van 't geraamt een zetel voor uw bruid." Ze zal zijn schedel klieven, raast de be-

drogen echtgenote verder, en volschenken met zijn eigen bloed. "Ik zal het uwe bruid deur hare keel heengieten. / Zo zal zij proeven wat zich in uw hart verbergt." "Dat is een van de extreemste - en mooiste! - citaten die ik ben tegengekomen," zegt Jan Konst. "Ik denk dat het publiek zat te gruwelen als iemand zich op zo'n bijna onmenselijke manier liet meeslepen door haar emoties. Dat zal ook de bedoeling van Vos zijn geweest. Bij ons roept het gezwollen taalgebruik van M e dea eerder een glimlach op. Wij gebruiken geen welsprekende volzinnen en literaire beelden wanneer we in een film de ultieme wraakzucht willen verbeelden, zoals in 'Fatal attraction', waarin Glenn Close Michael

Douglas achtervolgt omdat hij voor zijn eigen vrouw kiest. Die welbespraaktheid druist voor ons gevoel in tegen de realiteit."

Kunst- en vliegwerk In 'Fatal attraction' komt de vrouw die Michael Douglas als een furie achtervolgt uiteindeHjk bloederig en zeer zichtbaar aan haar einde. O p het toneel van drie eeuwen geleden vonden de slachtpartijen echter plaats achter de coulissen. Vondel laat bijvoorbeeld in zijn treurspel 'Hierusalem verwoest' een jodin klagen over de plunderende en moordende R o meinen. Zij vergelijkt hun wraakzucht met een slager wiens jaspanden druipen van het bloed en die "het j o -

Met zijn gruwelscènes, zoals die waarin Jazon rondloopt met een afgehouwen hoofd in zijn hand, ging Vos in tegen de toneelwetten van zijn tijd. Konst: "Vos had een prachtige rechtvaardiging voor zijn bloederige taferelen. Horatius mocht dan wel gezegd hebben dat gruwelen op het toneel geen pas gaven, maar dat was een Romein en die, zegt Vos, konden iedere dag in de arena zien hoe gladiatoren elkaar afslachtten. Moordpartijen op het toneel hadden voor die oude Romeinen weinig overtuigingskracht. Zo mooi als het in de arena gebeurde, konden de t o neelschrijvers het toch niet maken. Omdat er in de tijd van Vos geen gladiatoren meer waren, moesten toneelschrijvers hun best doen om de gruwelen na te bootsen, zei Vos. Het ging Horatius volgens hem dus niet om het fatsoen, maar om de waarschijnlijkheid."

Vos was met zijn sensatiestukken een buitenbeentje. Wat hebben de breedsprakige helden van Vondel, Hooft en Coster een hedendaags publiek nog te bieden? Losgemaakt uit hun eigen tijd weinig, denkt Konst. "Wanneer je met twintigste-eeuwse ogen naar dit soort tragedies kijkt, vind je ze geen van alle mooi. Wij houden van een subtiel geschetst zieleleven, maar zeventiende-eeuwse schrijvers hadden andere bedoelingen. H u n stukken zijn allemaal exemplarisch bedoeld, hun personages zijn voorbeelden van goed of slecht gedrag. En als wij nu iets verafschuwen, is het juist dat moralisme. Niets is zo saai als de deugd; de ondeugd is vaak minder saai. Maar ook de volstrekte ondeugd is voorspelbaar. Het zijn de karakters daar tussenin, die mij, en ik denk ook anderen, boeien. En die zijn zeldzaam in de zeventiende eeuw." Vandaar, zegt Konst, dat de stukken van Shakespeare, met zijn twijfelende Hamlet en zijn van held tot misdadiger afglijdende Macbeth, minder zijn aangetast door de tand des tijds. "Hoewel, Vondels 'Lucifer'... Dat stuk kun je op een lijn stellen met Shakespeare." Konst heeft de Nederlandse toneelstukken ("sommige wel dertig keer") echter niet met tegenzin gelezen. "Zelf heb ik, door me bewust te zijn van de context, wel een typisch wetenschappelijke manier van lezen gekregen. Je gaat dingen mooi vinden omdat ze knap zijn. Vondels 'Jeptha', en 'Scilla' van Rotgans vind ik binnen de grenzen van het genre grote prestaties. Met Jeptha' - hoewel het stuk wat statisch is, door de concentratie op het gemoedsleven van de held - heeft Vondel, binnen de wetten van de tragedie, wel het uiterste bereikt. O o k in Scilla vind ik de karaktertekening subtiel." Zelf is de onderzoeker geen hartstochtelijker mens geworden door zich vier jaar lang te verdiepen m wraakzucht en verdriet. "Ik heb wel gemerkt dat er in mijn taalgebruik rehcten zijn geslopen van die zeventiende-eeuwse tragedietaai. Je kunt op wel zesentwintig manieren zeggen datje verdrietig bent. Dat is de rijkdom van de taal."

J . W . H . Konst: Woedende wraakghierigheidt en vruchtelooze weeklachten. De hartstochten in de Nederlandse tragedie van de zeventiende eeuw. Van Gorcum, f52,50.

39 v u MAGAZINE JUNI 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 260

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's