GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 76

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Koos Neuvel

Nietsdoen en afzondering heten gevaarlijk te zijn. Verveling leidt tot vandalisme en eenzaamheid. Bestrijding van de verveling lijkt noodzakelijk. Maar nietsdoen is ook een voorwaarde om tot creatieve prestaties te komen. De leegte kan een kracht zijn.

yU an verveling schijnen vooral ^^m jonge mensen weinig toe te • A ^ ^ L komen. Niets te doen hebben is zelden een probleem, te veel te doen hebben des te meer. Gesprekken met vrienden en kennissen lopen vaak uit op een tegen elkaar opbieden wie het het drukste heeft. De consequenties van die overbezetting heten schrikwekkend te zijn: permanente stress, een goed boek lezen is er niet meer bij, onderuit gezakt voor de buis hangen is het maximaal haalbare. Een treurig lot. Het idee van de vrijetijdssamenleving krijgt na het aanhoren van zulke opsommingen iets fantoomachtigs. Sociologen en pedagogen hebben er op gewezen dat we op weg zijn naar een ander type samenleving; een waarin niet de produktie maar de consumptie centraal staat. Niet langer vormt de beroepsmatige identiteit van bakker, leraar of boekhouder de kern van iemands per30 soonlijkheid; in het zeüen, tuinieren v u MAGAZINE FEBRUARI 1993

ONZAUG NIETSDOEN

en macrameeën zou de vrijetijdsmens zijn eigerdijke zelf kunnen ontdekken. Inmiddels zijn er zelfs aan universiteiten vrij etijdsstu dies opgericht om het verschijnsel te bestuderen en te begeleiden. Want vrije tijd is een te ingewikkeld verschijnsel om zomaar aan het volk over te laten. Grote groepen mensen trekken zich echter niets aan van de voorspellingen van de sociologen en pedagogen. Ze vinden hun werk heel belangrijk en wekken de suggestie het er onvoorstelbaar druk mee te hebben. Is die suggestie terecht of is het allemaal schijn? Nogal wat klaagverhalen hoeven, denk ik, weinig serieus genomen te worden. Veel mensen kiezen ervoor om het druk te hebben. Het geeft een prettige sen-

satie om op de grens van de eigen mogehjkheden te werken en uit te vinden wat nog wel en wat niet kan. Mocht de druktegrens daadwerkelijk overschreden worden, dan kost het meestal weinig moeite de hoeveelheid werk terug te schroeven. Veel drukteverhalen zijn ook een vorm van imponeergedrag. Het klinkt niet slecht om te zeggen: "eens kijken of ik nog een gaatje in mijn agenda kan vinden". Het is een type verhaal dat ik zelf met enige vaardigheid hanteer: de suggestie wekken van drukte om het tegendeel te maskeren. Jezelf afschermen, een voorwendsel hanteren om niet al te veel werk op j e te hoeven n e men en in alle rust te kunnen genieten van het drinken van koffie, het lezen van de krant en het bespreken

van de televisie van gisteravond. Het schijnbaar in diep gepeins verzonken uit het raam turen, is in werkelijkheid niet meer dan een wat wezenloos staren. En die agenda heeft gaatjes genoeg: ik vergeet veel afspraken erin te schrijven. Vlekje

Maar het is niet allemaal overdrijving. Veel dertig- en veertigjarigen hebben het echt druk. O m een reactionaire conclusie te trekken: hier wordt de tol van de emancipatie betaald. In een situatie waarin de man werkt en de vrouw voor het huishouden zorgt, zijn de taken helder verdeeld; met een beetje geluk blijft er nog wat vrije tijd over. Maar als mannen en vrouwen zowel voor het

huishouden moeten zorgen, de kinderen opvoeden en een fatsoenHjke carrière wiUen maken, is een jachtig bestaan bijna onvermijdelijk. Al is het zo dat voornamelijk vrouwen hier onder schijnen te hjden. Ik heb nog weinig mannen horen zuchten over de onhoudbaarheid van de 'dubbele belasting'. De bevolkingscategorie van dertigen veertigjarigen, de groep die in de kracht van het leven staat, heeft het drukker gekregen dan ooit. Daartegenover staan groeperingen die een overmaat aan vrije tijd hebben. Werkloze jongeren, WAO-ers, mensen die van de V U T gebruik maken, hebben meer kans het verschijnsel verveling uit eigen ervaring te kennen. Aan veel niet (meer) werkenden zit een klein vlekje, ze

hebben een lichamelijk mankement of zijn over hun fysieke hoogtepunt heen; maar overigens zijn ze vaak heel fit en vertonen een dadendrang waar nauwelijks een bevrediging voor gevonden kan worden. Het lijkt mij dan ook geen toeval dat een fdosofisch proefschrift over verveling geschreven is door een 68-jarige. Een net afgestudeerde student heeft wel iets anders aan zijn hoofd dan een dissertatie voor te bereiden over een probleem dat hij nauwehjks aan den lijve ondervindt. De promovendus L.A.M, van de Camp heeft een ondubbelzinnige hekel aan verveling. Het leidt maar tot agressie, depressie en vragen naar de zin van het leven. Verveling, dat heeft iets te maken met vervreemding, met teruggeworpen zijn op j e zelf en je niet thuis voelen in de w e reld, met eentonigheid en het ontbreken van nieuwe gewaarwordingen. De verveelde mens, vindt Van de Camp, ontbreekt het aan harmonie en aan betrokkenheid op de w e reld. Hij moet dan ook weinig hebben van denkers als Schopenhauer en Nietzsche voor wie de eenzaamheid en de teruggetrokkenheid een belangrijke voorwaarde zijn om tot creatieve prestaties te komen. Liever heeft Van de Camp het over 'intersubjectiviteit', het betrokken zijn op de ander. Het proefschrift heet wehswaar 'De kracht van de leegte', maar eigenlijk heeft wat hem betreft die leegte helemaal niet zoveel kracht; een gapend gat vraagt erom met zinvoUe bezigheid gevuld te worden. Schoolmeesterachtig samengevat luidt de aansporing: gedraag je een beetje sociaal.

Vuiligheid De nu gepensioneerde Van de Camp is afkomstig uit de wereld van de pedagogiek. En ik wü zo vrij zijn om zijn opvattingen te zien als een uitdrukking van zijn ervaringen met zowel het werken met de jeugd, als met de eigen ouderdom. Voor beide categorieën kan een teveel aan vrije tijd een probleem zijn. LeerHngen, vindt de goedbedoelende pedagoog of onderwijzer, moeten niet zomaar in een hoekje zitten, zich afzijdig houden van de rest van de klas en hun eigen gang gaan. Handen uit de mouwen steken en een beetje samenwerken met elkaar, zo kunnen de asociale jongeren gewaardeerde leden van de samenleving worden.

31 v u MAGAZINE FEBRUARI 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's