GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 141

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 141

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

sers te vinden die deel uitmaakten van de sonderkommandos die de raketten afvuurden. Roding heeft er niettemin al bijna twintig gesproken; allen hoogbejaard en dikwijls met een falend geheugen. "De eerste reactie is vaak; daar weet ik niks van. O f het is al zo lang geleden. O f ik was maar een radertje in het geheel. Meestal willen ze wel praten. Destijds waren het jonge mannen van tussen de achttien en vierentwintig jaar. Het was voor hun een avontuur. Ze dachten nergens bij na, ze deden het gewoon. Omdat ze nu eenmaal deel uitmaakten van die oorlogsmachine. Omdat ze hun makkers niet in de steek wilden laten. Vaak onthouden ze alleen de positieve kanten. Viel er een keer een geallieerde bom op hun stelling en kwamen er tien kameraden om, dan praten ze daar liever niet over. Z o m o e t j e het zien, denk ik. Ze hangen nu wel een paar leuke verhalen op over die goede oude tijd, maar daarom moeten we ze nog niet zien als een stel fanatieke honden. Dat kun je zomaar niet zeggen, hè?"

Gecultiveerd Adrie Roding: "Ook voor mij blijft tiet tell<ens even zoel<en.

Het is maar moeilijk voorstelbaar dat de directe voorloper van de roemruchte Scud-raket zijn eerste operationele inzet kende op Nederlandse bodem. In meerdere opzichten vertonen de wapens overeenkomsten. H u n psychologische effect was groter dan hun militaire nut en op beide projectielen werd verwoed gejaagd door de geallieerde luchtmacht. Hoe moeilijk het opsporen van de m o biele V-2-bases moet zijn geweest, blijkt als ik met Roding in een bos bij het plaatsje Darfeld sta, even ten zuiden van Heek. Weer een open plek. De zon dringt nauwelijks door het dikke bladerdak heen. Alsof hij wat kwijt is zoekt Roding de grond af. Een schroefje? Een draadje? R o ding weet het spannend te houden door nu en dan met een felle beweging iets schijnbaar kunstmatigs van de grond te grijpen, het in zijn hand te wegen, tegen het zonlicht te houden en vervolgens hoofdschuddend weg te werpen. Onwillekeurig volg ik zijn blik, sta hier en daar stil, schraap beschroomd met een voet wat bladeren weg en stuit dan onverwacht op beton. Roding ziet mijn verwachtingsvolle gezicht en zegt met een hoofdknik: "Ja, dit is de plaat. En, valt het tegen?"

Ach, het is weer zo'n betonplaat, wil ik zeggen. Een keurig gecultiveerd oorlogsmonument op een plek als deze is minder waarschijnlijk. Maar Roding is al het bos ingestapt en wijst naar een metersdiepe kuil in de grond. O p de bodem liggen takken en wat huisvuil. "Hier," zegt de Enschedeër, "is een V-2 terecht gekomen die van daaruit" - hij wijst naar een betonplaat even verderop "werd gelanceerd en direct na de ontsteking is omgevallen en geëxplodeerd." We blijken in het midden van een heuse lanceerbasis te staan. Drie startplaatsen die in een lijn evenwijdig aan een breed bospad liggen. Een bospad dat diende voor het transport van mensen en materieel. Roding kan zelfs de 'inrit' aanwijzen die de oplegger met V-2 gebruikte om achteruit het bos in te rijden, recht op de startplaats af. Bij een nadere beschouwing resteert er zelfs nog wat van de beschermingswal die de lanceerplek omgaf. Roding: "Het is niet veel wat er over is, maar misschien genoeg om m e n sen op een raar idee te brengen. Lui die 'militaria' verzamelen, bedoel ik. Spullen die op een of andere manier met de oorlog te maken hebben.

Daarom willen we zo lang mogelijk zo weinig mogelijk ruchtbaarheid geven aan deze plek. O m te voorkomen dat straks gekken met hamers en beitels de boel komen beschadigen." Het werk van Roding en de zijnen moet over enkele jaren resulteren in een boekwerk vol ooggetuigenverslagen, plattegronden, documenten en foto's. Samen moeten ze een goeddeels onbekend stukje Nederlandse oorlogsgeschiedenis opvullen. Geschiedenis die hier, in deze bossen, tastbaarder lijkt dan waar ook. Rodings speurdrift leidt tot V-2-paranoia bij zijn gezelschap. Daar - een roestig stuk metaal! Triomfantelijk houd ik het in de hoogte en zwaai het voor Rodings gezicht. "Dat", zegt de nuchtere Tukker misprijzend, "lijkt meer op een stuk van een verroeste steelpan." De werkgroep 'V-wapens in Nederland' van het Luchtvaartmuseum Twente wil graag mensen spreken die in de laatste oorlogsmaanden gezien hebben hoe en waar de Duitsers de V-1 (vliegende bom) en de V-2 lanceerden. Zij worden verzocht te schrijven naar: Adrie Roding, Meyerinksweg 32, 7524 AM Enschede. v u MAGAZINE APRIL 1 9 9 4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 141

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's