GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 508

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 508

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pleisterplaatsen van de herinnering OP DE PLANK Op pagina 63 verontschuldigt de schrijver zich: voor een passage over de fauna boven een onderzeese vulkaan heeft hij slechts een artikel in National Geographic als bron kunnen gebruiken. 'Water en Vuur' is het eerste populairwetenschappelijke boek van Hugo Brandt Coistius en gaandeweg verbaasde hij zich over het feit dat auteurs van populair-wetenschappelijke literatuur 'alles overschrijven' uit wetenschappelijke boeken en tijdschriften. In 'Water en vuur' kan Brandt Corstius niet worden betrapt op gestolen gedachtengoed. Het boekje, dat verscheen bij gelegenheid van de Wetenschap- en Techniekweek, zit vol met de dikwijls humoristische gedachtenkronkels die we van Brandt Corstius kennen. Zo schrijft hij: "Ook het verteren van voedsel door het lichaam noemt men wel verbranding. Daar word je inderdaad warm van, maar ik zou het toch geen vuur willen noemen, al schijnen scheten aangestoken te kunnen worden". 'Water en vuur' is duidelijk het resultaat van een 'brainstorm': welke begrippen schieten door je hoofd als je aan 'water' en 'vuur' denkt? De korte hoofdstukjes gaan over de stoommachine van Watt, de regenboog, het waterpistool en zo verder. Brandt Corstius fietst opgewekt door de astronomie, de geologie, de sport en vooral de experimentele natuurkunde. De verwondering die in het boekje doorklinkt, blijft nadrukkelijk hangen bij de lezer. Die had eerder misschien nooit de aandrang gehad om 95 pagina's over water en vuur te lezen, maar hoeft zich nu niet bekocht te voelen. Hugo Brandt Corstius, 'Water en vuur', Aramith, f. lo,-.

Wat ik er nog van weet? Uit de vijfdelige serie van Wim Kayzer over het geheugen zijn me vooral de 'rariteiten' bijgebleven: de man die niets langer dan drie minuten kon onthouden, de dementerende vrouw die alleen de liedjes uit haar jeugd nog kon zingen, het geheugenwonder, de autistische jongen met een perfect oor voor muziek en dergelijke. De gesprekken met schrijvers en wetenschappers waren soms moeilijk te volgen, maar vaker zeer interessant. Alleen hebben die gesprekken zich iets minder in het geheugen vastgezet. Hoewel er uitzonderingen zijn, zoals het verhaal van Mario Vargas Llosa over zijn vader, maar

ook het tweegesprek tussen Elisabeth Loftus en Willem Wagenaar in de gang van het kasteel is mij goed bijgebleven. Het is daarom goed om het boek van de televisie-uitzending te lezen. Ik merk nu dat mijn belangstelling ietwat verschoven is: van de televisiegenieke rariteiten naar de ernstige gesprekken van de schrijvers en wetenschappers. Die veel minder spectaculaire gesprekken komen in schriftvorm beter tot hun recht. De conversatie krijgt een herkansing om zich in het geheugen vast te zetten. Er is wel opgemerkt dat de serie van Kayzer te veel van het goede was. Twintig uur televisie, kan dat niet iets

minder? En het was inderdaad te veel. Maar het was wel een niet te versmaden overdaad. Zowel het programma als het boek lenen zich niet erg voor een poging alles te volgen en te begrijpen,- dat zou het brein overbelasten. Het is beter wat te dwalen en hier en daar even stil te staan. Bij lezing van het boek sta ik weer op andere plekken stil dan voor de buis. Interessante uitkijkposten zijn er in overvloed; pleisterplekken waar de lezer zich kan neervlijen en eventjes ongestoord kan mijmeren over de doorkijkjes en vergezichten die zich voor hem uitstrekken, (KN) wim Kayzer, 'Vertrouwd en o zo vreemd: over geheugen en bewustzijn'. Contact, f. 49,90.

Epic-Jan Tuimnga Broeilcashetze Moeten de nederlandse zeedijken drastisch omhoog? Kampt West-Europa over vijftig jaar met een drastisch watertekort? Zwerven er dan tientallen miljoenen ontheemden over de aardbol? Deze risico's zijn realistisch als we de meeste wetenschappers in de wereld mogen geloven. Zij wijzen op het zogeheten 'broeikaseffect' dat vooral het gevolg zou zijn van de toenemende hoeveelheid kooldioxide die we met het verbranden van fossiele brandstoffen produceren. Dit zou ertoe leiden dat de warmtebalans van zowel aarde, oceanen als atmosfeer verandert. En dat kan dan bovenstaande gevolgen hebben, waarvan sommige (te warme zomers, Spaanse droogte) al aan de gang zijn. Maar hoe serieus moeten we deze voorspellingen nemen? Wereldwijd lopen de gemoederen daarover hoog op - het gaat namelijk niet meer om alleen een wetenschappelijke discussie. Immers, als die risico's reeël zijn, dan moeten we onze industriële produktie en onze levensstijl drastisch gaan veranderen! Dus is het er velen aan gelegen te bewijzen dat die wetenschappelijke studies op zijn best nog heel veel onzekerheden bevatten. Verhitte debatten tussen wetenschappers zijn het gevolg - aan de ene kant staat de meerderheid (geschat op tachtig procent) die meent dat de enorme risico's reeël zijn. Daartegenover staat een minderheid die WETENSCHAP,

CULTUUR

SAMENLEVING

26

deels belangeloos de wetenschappelijke aannames betwijfelt, maar zich nadrukkelijk laat steunen door belangengroeperingen uit de wereld van de fossiele brandstoffen (van Arabische oliesheiks tot werkgeversorganisaties). De recente debatten zijn weinig verheffend en de wetenschapplijke traditie van 'hoor en wederhoor' vaak onwaardig. In de Nederlandse discussie, die deels in de media wordt uitgevochten, spreekt de één van een 'broeikashetze' (Elsevier) of verwijt de andere partij 'Don Quichotterrie' en 'handjeklap met de politiek' (NRC-Handelsblad). Het broeikaseffect wordt op zeker twee manieren misbruikt. De overheid suggereert dat er voldoende wetenschappelijke zekerheid is om maatregelen als een brandstofheffing te rechtvaardigen. Maar het bedrijfsleven stelt dat er zoveel onzeker is dat we het broeikaseffect kunnen negeren. Wetenschap is oorlog, zei wetenschapssocioloog Bruno Latour enkele jaren geleden in dit blad. Maar als wetenschappers met beleidsgevoelige resultaten komen, zoals bij dit broeikasdebat, dan wordt de strijd soms wel erg grimmig. En toch is bijna iedereen het er over eens: neem het zekere voor het onzekere en stop zo snel mogelijk met het opstoken van fossiele brandstoffen. Wetenschappers staakt uw wild geraas en kies voor een gezamelijk signaal richting duurzame energie!

~ NOVEMBER

1995

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 508

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's