GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1995 - pagina 322

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1995 - pagina 322

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

de huidresten kennen, komen we dan op een totaal van 101 uitgestorven vogelsoorten.

woonde eilanden elders in de Stille Zuidzee. Andere waren van een nu uitgestorven loopgans die alleen van Oahu bekend was. Op en rond Barbers Point en op andere plaatsen op de eilanden hebben ornithologen hottesten opgegraven van drieënveertig uitgestorven vogelsoorten. Op enkele plekken in de Stille Zuidzee zijn de botten en andere resten overzichtelijk gelaagd. Daaruit blijkt dat het uitsterven samenvalt met de eerste menselijke aanwezigheid ter plaatse.

Het verhaal van Maui geldt, zij het met hier en daar wat andere soorten in de hoofdrol, evenzeer voor de eilanden Kauai en Hawaï. Op andere eilanden is het zelfs nog erger: op Oahu en Molokai bijvoorbeeld zijn maar weinig inheemse vogels over; op Lanai misschien zelfs helemaal geen. Van de naar schatting 135 vogelsoorten van de Hawaï-eilanden leven er nog slechts elf in aantallen die hun voortbestaan nog enigszins kunnen veilg stellen. Twaalf soorten staan officieel als bedreigd te boek; hun voortbestaan is hoogst onzeker. Twaalf andere soorten, waaronder die waar ik op Maui naar zocht, zijn zo zeldzaam dat er weinig hoop op redding is. Dit patroon herhaalt zich in de hele Stille Oceaan, van Hawaï in het noorden, tot de Marianen in het westen, Nieuw-Zeeland in het zuiden en het eenzame Paaseiland in het oosten. Al met al schat ik dat er tussen de vijfhonderd en duizend vogelsoorten uitgestorven zijn sinds de Polynesische kolonisatie van de eilanden in de Stille Zuidzee. Volgens David W. Steadman, ornitholoog van het New York State Museum, zijn deze schattingen echter veel te laag. Volgens Steadman, die veel tijd besteedt aan het opgraven van vogelbotten, zijn er alleen al in de Stille Zuidzee tweeduizend soorten rallen waarvan geen sporen meer te vinden is. De verspreiding van rallen in het gebied van de Stille Zuidzee is een van de wonderen van der evolutie. Elk eiland in de oceaan dat Steadman onderzocht, leverde steeds minstens één nieuw soort ral op, hetzij levend, hetzij in de vorm van botvondsten. Steadman vermoedt dat achthonderd eilanden in de Stille Zuidzee een of meer soorten hebben gehuisvest. Bij zijn schatting van tweeduizend uitgestorven soorten blijven de vele uitgestorven duiven, papegaaien en kleinere vogels overigens nog buiten beschouwing. In de enkele eeuwen die de mens nodig had om de Stille Zuidzee te koloniseren, is alleen in dat gebied misschien al vijftien procent van alle vogelsoorten ter wereld uitgestorven. Kale cijfers alleen zijn echter onvoldoende om aan te tonen dat er ook werkelijk sprake is van een crisis. Een theoretische tegenwerping zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat uitsterven het natuurlijk lot van alle leven is. Het merendeel van alle soorten die ooit de aarde bevolkten is immers uitgestorven. Vroeger of later zal de rest van de nu levende soorten daaraan worden toegevoegd. Relevante vraag is echter wel of het huidige tempo waarin diersoorten uitsterven, 'normaal' is. Om dat vast te stellen hebben biologen een ijkpunt nodig - een indicatie voor het tempo waarin soorten normaliter uitsterven - bijvoorbeeld door op grond van fossiele vondsten vast te stellen hoe snel soorten van de aardbodem verdwenen vóór de mens op het toneel verscheen.

Vogelbotten zijn zo breekbaar, vergankelijk en daardoor moeilijk te vinden, dat bottenjagers de resten van veel soorten wel nooit zullen vinden. Toch is dat misschien minder erg dan het lijkt. Met een collega heb ik een eenvoudige methode ontwikkeld om te kunnen schatten hoeveel soorten de botzoeker mist. Stelt u zich een lijst voor van alle vogelsoorten op een bepaald eiland, inclusief de soorten die er nu nog leven, die ook al voorkwamen vóór de eerste mens er voet aan land zette. U neemt de lijst door en zet een 'B' bij elke soort waarvan op het eiland ooit botten zijn gevonden, en een 'H' bij elke soort die ooit is waargenomen of gevangen genomen en geconserveerd door Europese natuurvorsers. De letter H staat in dit geval voor vogelhuiden, bijvoorbeeld van opgezette vogels die in musea zijn te vinden. Nu is er een indeling in vier typen vogelsoorten te malcen: 'HB' voor vogels waarvan zowel de huid als de botten bekend zijn; 'B' voor vogels waarvan wel botresten maar geen huiden beschikbaar zijn; de 'H' alleen staat voor huid zonder botten; het vierde type bestaat uit 'nullen': vogelsoorten die zijn uitgestorven en waarvan nooit bot of huid is teruggevonden. Het laatste type vormt een onbekende grootheid, maar de andere typen zijn werkelijkheid en kunnen worden geteld. Van de soorten die botresten nalieten - de 'HB's' en de 'B's' - is de verhouding tussen soorten mèt en zonder huid vrij simpel te berekenen: dat is 'HB' staat tot 'B'. Maar nu de soorten waarvan geen botresten zijn gevonden: de 'H's' en de 'nullen'. Er is geen enkele reden aan te nemen dat de verhouding wel of geen huiden ('H' staat tot 'nul' dus) een andere is dan die van met of zonder bot (de al bekende 'HB' staat tot 'B'). De uitkomst van de twee verhoudingscijfers zal dus hetzelfde zijn: 'HB' staat tot 'B' is gelijk aan 'H' staat tot 'nul'. Een eenvoudige rekensom leert dat de onbekende grootheid, te weten het aantal soorten waarvan helemaal geen resten bekend zijn, gelijk is aan 'H' maal 'B' gedeeld door 'HB' (oftewel 'alleen huid' vermenigvuldigd met 'alleen bot' gedeeld door 'huid èn bot'). Op het hoofdeiland Hawaï zijn bijvoorbeeld negenentwintig soorten vogels die niet tot de orde der zangvogels behoren, en ongeveer de omvang hadden van gans, ral of ibis, waarvan alleen botresten zijn gevonden. Twee soorten zijn alleen bekend uit verzamelingen of waarnemingen (huiden), en van zeven soorten zijn zowel botresten als huiden voorhanden. Het geschatte aantal uitgestorven soorten waarvan we niets hebben, is dus negentwintig maal twee gedeeld door zeven, is acht soorten. Mijn collega en ik schatten dat op alle eilanden zo'n veertig soorten niet gedocumenteerd zijn. Tellen we de drieënveertig uitgestorven soorten daar bij op die we alleen van botresten kennen, dan stijgt het aantal uitgestorven soorten tot drieëntachtig. Met de achttien soorten waarvan we alleen WETENSCHAP,

CULTUUR

KiLODODEN Eén optie voor zo'n ijkpunt leverde David fablonsky, paleontoloog van de University van Chicago. Na bestudering van fossielen van ongewervelde zeedieren schatte hij dat - afgezien van perioden met catastrofen zoals de massale uitroeiingen waarmee het Krijt als geologisch tijdvak eindigde - soorten het normaal gesproken tussen de één en

et) SAMENLEVING

28

- IULI/AUGUSTUS

199s

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's

VU Magazine 1995 - pagina 322

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1995

VU-Magazine | 588 Pagina's