VU Magazine 1996 - pagina 390
Lens betwijfelt ook of de toegenomen agressie in de spreekkamer een probleem is dat huisartsen onevenredig vaak treft. Agressie, vaak samenhangend met drugsgebruik, duikt overal op en staat volgens Lens los van de zich steeds mondiger, soms betweterig opstellende patiënt. "Lastige klanten die per se willen worden doorverwezen, zijn er altijd geweest. Ik betwijfel of hun aantal werkelijk is toegenomen." Evenmin nieuw zijn volgens Lens de ethische aspecten van het huisartsenbestaan, de 'beslissingen over leven en dood' waarvoor de huisarts zich in toenemende raate gesteld zou zien. "Euthanasie kwam vroeger ook voor. Het gebeurde alleen in het geniep. Niemand wist ervan. En het werd zéker niet gemeld bij de inspectie. Het wordt in veel gevallen overigens nog steeds niet gemeld, en dat vind ik jammer. Ik vind dat dat de arts nu juist onnodig zwaar belast; hij kan er dan met niemand over praten. Dat was vroeger uitgesloten, nu niet meer,- nu is er de mogelijkheid tot collegiale toetsing. Het probleem is bespreekbaarder geworden en er zijn richtlijnen, hoe gebrekkig die volgens sommigen ook zijn. Als je je eraan houdt, krijg je geen problemen. Er zijn nu zelfs artsen die ons van tevoren bellen en vragen: 'Als ik het nou zus en zo doe, doe ik het dan goed?' Ik ben geneigd die toegenomen openheid als een taakverlichting te beschouwen. De euthanasievraag vormt nog steeds een zware belasting voor de huisarts, maar is gemakkelijker te dragen nu de conspiracy of silence is doorbroken."
Bij de assistente is inmiddels een doos met twee
Recepten van oma
Eén van de opzienbarende resultaten van Lens' promotieonderzoek was het gegeven dat slechts een kwart van de ondervraagde huisartsen zelf een huisarts had. Lens vermoedt dat in die situatie inmiddels wel enige verbetering is gekomen. "Mij zegt het in elk geval iets over de mentaliteit van een groot deel van de huisartsen", zegt dr Mart Lieburg, hoogleraar medische geschiedenis aan de Vrije Universiteit en de Rotterdamse Erasmus Universiteit. "Workaholics zijn het bovendien. En het onderzoek van Lens toont gewoon aan dat de artsen de situatie waarin ze verkeren zelf willen. Het is ondenkbaar dat je het beroep huisarts kunt verkavelen tussen werktijden." Lieburg zegt de toegenomen werkdruk die de huisartsen ervaren, niet te willen bagatelliseren, maar hij betwijfelt of de hedendaagse huisarts het objectief beschouwd zoveel drukker heeft dan zijn collega van, zeg, zestig jaar geleden. "Volgens mij is het een kwestie van subjectieve beleving, wat de klachten overigens niet minder reëel maakt. In een tijd dat in de meeste beroepen korter wordt gewerkt, ziet de huisarts dat hij om vijf uur nog een lijstje heeft af te werken. De huisarts van vroeger ging 's avonds nog een keer kijken hoe het met de patiënt ging. Dat gebeurt tegenwoordig zelden. Bovendien had de huisarts van toen andere taken, zoals laboratoriumonderzoek. En denk je eens in hoeveel meer tijd hij kwijt was aan
spreekkamer met de door hem gewenste verwijs-
met een nieuw produkt voor vrouwen met
flessen uitstekende wijn bezorgd als blijk van dank
brief. Als laatste patiënte meldt zich mevrouw
overgangsklachten. Ik wijs hem op mijn
voor 'bewezen diensten'. Tussen twee consulten
Dorenbosch. Ze komt voor een simpele
ervaringen met een ander middel. "Maar dokter,
schrijf ik snel een bedankbriefje. Dan is het tijd
bloeddrukcontrole, maar na afloop deelt ze mee,
dat produkt mag inmiddels niet meer worden
voor mijnheer Goossens, die zich komt beklagen
dat de vriendin, met wie ze samenwoont, heel
voorgeschreven!" Ik schrik. Na het gesprek bel ik
over zijn neuroloog. De specialist heeft geen
ontevreden over mij is. Zes maanden geleden heb
een bevriend apotheker; die weet echter van
verklaring voor de rugklachten gevonden en nu
ik deze vriendin enkele malen bezocht in verband
niets.
wil mijnheer Goossens "hogerop". Ik vraag de
met gewrichtsklachten.
man, wat hij van een neuroloog op een acade-
De laatste maal ging het naar omstandigheden
misch ziekenhuis verwacht. "Dat ze wat vinden",
redelijk, maar de vrouw had verwacht dat ik zo af
doornemen. Dat moet dan maar aan het eind van
luidt het antwoord. Met tekeningen en een
en toe nog eens zou opbellen, hoe het met haar
de middag. Prompt tref ik een verzoek van het
Ik heb tussen de middag niet alle post kunnen
uitgebreid exposé maak ik duidelijk, dat hij ook
ging. Ineens moest ik denken aan een collega, die
GAK om informatie over mijnheer Goossens. Het
van een neuroloog "hogerop" weinig nieuws
eens vertwijfeld uitriep: "Tientallen malen vraag ik
echtpaar Rijnders wil met de Zonnebloem mee
hoeft te verwachten. "Wat zou u zelf doen,
op een dag, hoe iedereen het maakt; waarom
en ook daar moet ik twee formulieren voor
dokter!" Ik moet hem het antwoord schuldig
vraagt nooit eens iemand, hoe ik het maak?" Op
invullen. Tenslotte moeten er nog drie verwijs-
blijven. Na twintig minuten verlaat de man mijn
de valreep presenteert een artsenbezoeker zich
brieven worden geschreven. Bij de post vind ik
30
WCS SEPTEMBER
1996
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996
VU-Magazine | 568 Pagina's
![VU Magazine 1996 - pagina 390](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/vu-magazine/vu-magazine-1996/1996/01/01/1-thumbnail.jpg)