GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 481

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 481

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat ook waar, maar dat neemt niet weg dat ze een belangrijke vernieuwing in hun gedachtengoed hebben ondergaan." In uw boek noemt u de ervaiingen van het dochter- en moederzijn fundamenteel voor uw intellectuele bestaan. "Het krijgen van kinderen is voor mij heel belangrijk geweest. Dat gebeurde aan het begin van mijn universitaire loopbaan, in 1972, en ik zag dat daarvoor maar weinig ruimte was, zowel in de organisatie als in de inhoud van de wetenschap. In die tijd werd moederschap nog gezien als een lotsbestemming en als een natuurlijke aangelegenheid; men ging heel weinig in op wat het betekende voor vrouwen. De vrouwenbeweging heeft dat thema op de agenda gezet. Ik ben politicologe en de politicologie is van oudsher een mannenvak, en politiek zag men de facto ook als een mannenaangelegenheid. Ik zag mijn ervaringen niet weerspiegeld in de wetenschap. Je leerde ook niets over de geschiedenis van de vrouwenbeweging. Het klassieke voorbeeld: mij is altijd verteld dat vrouwen in 1908 het kiesrecht kregen - alsof daar geen vijftig jaar strijd aan vooraf was gegaan,- nee, vrouwen hadden dat gekregen. Toen ik zelf mijn promotie-onderzoek deed naar de denkbeelden van de eerste feministische golf over het familierecht en de publieke sfeer, trof ik daar een rijk gedachtengoed aan. Dat heeft mijn beeld van de politieke geschiedenis fundamenteel gewijzigd."

ging van de mensen om je heen. Dat botst. Die botsing heeft niet alleen te maken met werktijden, hoe belangrijk die ook zijn. Op een werkplek is het meestal vechten en grenzen trekken, in de zorg voor kinderen daarentegen moet ik mij inleven en beschikbaar zijn. "Die houding en die ontwikkeling is voor een deel ook mijn biografisch verhaal. Ik heb het dilemma altijd aan den lijve gevoeld. Wie wetenschapper wilde worden, moest een volledige toewijding aan de dag leggen. Veel mannen gingen daar nogal verknipt raee om, ze zagen niet hoe ze op vrouwen bouwden en hoe ze van hen afhankelijk waren. Het was allemaal volstrekt vanzelfsprekend, wie in de wetenschap mee wilde tellen, moest een dergelijk leven leiden. Daar heb ik mij altijd al over verbaasd, maar toen ik kinderen kreeg zag ik dat natuurlijk sterker. Zo wil ik het niet, dacht ik bij mezelf. Het is niet leuk, niet doenlijk en niet relevant. Dat is niet wat ik onder een goed leven versta. En dat is ook een motto van de vrouwenbeweging geworden: de wereld moet zich ook maar eens aan vrouwen aanpassen in plaats van andersom."

"De wereld moet zich ook maar eens aan vrouwen aanpassen in plaats van andersom."

Is het dochter- en moeder-zijn een vergelijkbaar type eivaringi "Ik noem ze in één adem. Vrouwen hebben altijd gezegd dat moederschap niet alleen belangrijk is voor vrouwen die kinderen hebben, maar ook omdat vrouwen dochters van moeders zijn. Op die manier is de moeder-dochterrelatie ook een thema geworden om over vrouwelijkheid na te denken. Voor mijzelf is het van belang geweest omdat de levensloop van mijn moeder het typische voorbeeld is van iemand die maatschappelijk wel iets wilde, ze studeerde, maar die haar doel uiteindelijk toch niet kon bereiken. Zij heeft indertijd met die verscheurdheid van haar moeder-zijn en haar intellectueel-zijn geleefd. Dat is voor mij ook een belangrijke motivatie geweest om mij te verdiepen in de sociale en historische dimensies van het moederschap."

Waarom is het niet goed wanneer mensen naar autonomie en zelfbeschikking strevenl "In de gangbare ethiek is een moreel subject iemand die zich los kan maken van zijn verantwoordelijkheden en afhankelijkheden. Zo iemand is een echte burger. Zo heet het al in de filosofie vanaf Plato en Aristoteles. Alleen de mensen die dat kunnen, hebben recht van spreken. Dat is een typisch mannelijk perspectief. En vrouwen mogen alleen op die voorwaarde toetreden tot het publieke leven. Dat vind ik een nogal mager mensbeeld. Vrijheid zonder zorg vind ik een vreemde vorm van vrijheid.

In hoeverre is de toegenomen aandacht voor zorg niet een vanzelfsprekende biografische ontwikkelingl Wie jong is, volwassen wordt, wil zich los maken van zijn ouders en onafhankelijk zijn; wie vervolgens kinderen begint te krijgen wordt zich weer bewust van afhankelijkheden. "Wie jong is, denkt niet snel aan zorg. Als je studeert ben je liever zorgeloos. Dat is zeker waar. De tweede golf van het feminisme is vaak gezien als een rebellie van de dochters tegen de moeders: feministes wilden niet meer een leven leiden zoals dat van hun moeders. Maar wie kinderen krijgt, ontwaart al snel heel andere verantwoordelijkheden in het leven. In mijn omgeving hebben zoveel vrouwen die draai gemaakt, en ik hoor dat nog steeds. Wie kinderen krijgt komt met een andere wereld in aanraking, met andere verantwoordelijkheden en waarden." Een probleem daarbij is dat in het werk meestal een heel andere professionele houding van je wordt verwacht dan in de verzor-

"Ik zou vanuit een ander uitgangspunt willen vertrekken: kijk eens hoe mensen in hun dagelijks handelen met morele dilemma's en met botsende verantwoordelijkheden omgaan. Een zorgethiek behelst het vermogen zich te verplaatsen in verschillende perspectieven, het laten spreken van verschillende stemmen. In de zorgethiek draait het meer om waarden als aandacht, compassie en inlevingsvermogen. "Een voorbeeld. Onlangs had ik een discussie met juristen over de betekenis van zorgethiek in het recht, toegespitst op een verhaal over draagmoederschap. Een vrouw was draagmoeder, bij haar was na eiceldonatie en kunstmatige inseminatie een vrucht ingebracht, het genetisch materiaal was niet van haarzelf, zij droeg het kind voor een bevriend echtpaar. Uiteindelijk bleek de draagmoeder grote moeite te hebben het kind weer af te staan. Van wie is nu dat kind? Sommige juristen zeiden dat het niet alleen om de verbinding tussen ei en zaad gaat, ook de zwangerschap zelf draagt bij tot een genetische band, of tot een

WCS NOVEMBER

I996

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 481

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's