GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1996 - pagina 473

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1996 - pagina 473

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

NEERSLAG

M"Ö;er»t JgHert^Soèlc<iii:iri»éé'

BibNomatritch •psctrum v i n da RUG: aantal citatiat (Cl, aantal geciteerde publicaties (PI en hun inipact (C/PI voor publicatievenaters van 5 jaar

meer Mendels rond dan u denkt. Als ze dan zien hoe een professor uit 1820 tegenwoordig pas oogst, vanuit zijn graf dus, wat betekent dat dan niet voor ons, vragen ze zich af. Zo zijn wij ook! En dat dit pas over 150 jaar bewezen kan worden, dat is niet onze zorg. Mensen met een dergelijke houding zijn natuurlijk blij met dat boek van Van Hooydonk. Maar dit is mijn malicieuze verklaring hoor, zonder het boek zelf te hebben gelezen. Dat er sprake is van hobbywerk, is echter duidelijk." Klopt dat, professor Guido van Hooydonkl Waarom heeft u dit boek geschreven! "Omdat het mijn hobby is."

Bibliometristen meten de wetenschappelijke waarde van een onderzoeker aan de hand van het aantal publicaties dat hij produceert en het aantal malen dat hij door collega's wordt geciteerd. Van prof. dl Guido van Hooydonk verscheen eind september het boek 'Bibliometrische spectra van de eerste Gentse professoren'. Van Hooydonk is hoofdbibliothecaris aan de Gentse Universiteit. Hij ontdekte onder meer dat er van de 258 hoogleraren die in de eerste eeuw van het bestaan van de universiteit werden benoemd, tegenwoordig nog honderd worden geciteerd. Hij produceerde een bibliometrisch spectrum van de hele Gentse universiteit, dat teruggaat tot 1815. Dr Ton van Raan is directeur van het Leidse Centrum voor Wetenschaps- en Technologiestudies (CWTS), hoogleraar kwantitatieve wetenschapsstudies aan de Rijksuniversiteit Leiden en columnist van NRC Handelsblad. Hij toont zich verrast als hij hoort van het verschijnen van Van Hooydonks boek. "Ik wist dat die Van Hooydonk op dit gebied actief is, maar ik wist niet dat dit boek eraan zat te komen. Wat Van Hooydonk heeft gedaan, kunnen wij ook. Ze zijn daar waarschijnlijk aan het hobbyen geslagen, in de veronderstel-ling dat het goedkoper is. Maar in 1990 en 1991 hebben we enkele Gentse faculteiten bibliometrisch onderzocht. We hebben bekeken hoe de universiteit het de afgelopen tien jaar heeft gedaan. Het is andersoortig werk dan wat Van Hooydonk heeft gedaan, maar we hebben onze sporen daar in Gent wel nagelaten. Het is me dus niet helemaal duidelijk waarom men dit in eigen beheer heeft willen doen. Wij doen dit werk natuurlijk beter dan een bibliothecaris. We maken het vaak mee dat bibliothecarissen in de marge van hun eigen vak gaan hobbyen. Daar wil ik niet denigrerend over doen, maar in ons vak dien je een langdurige professionele ervaring te hebben voordat je goed uit de voeten kunt." Waarvoor dient het werk van Van Hooydonkl "Nu ik erover nadenk, begin ik steeds meer nattigheid te voelen. In ons vak ontmoeten we vaak mensen die lijden aan het Mendel-syndroom. Zij zeggen: aan die citatietellingen van tegenwoordig heb ik niets, want men begrijpt toch niet waar ik mee bezig ben. Ik ben mijn tijd ver vooruit. De impact van mijn werk merk je pas na vele jaren. En er lopen aan de universiteiten

Gezien de eerdere contacten zou het voor de hand kunnen hggen dat de Leidse bihhometristen het werk hadden gedaan. "Eh, ja. Maar ik werk anders dan die mensen in Leiden. Wat zij doen, vind ik onvolledig. Zij tellen alleen tijdschriftartikelen mee, ik ook boeken. Alles waarnaar een auteur refereert in zijn literatuuropgave is voor hem immers van betekenis geweest, al is het een onbeduidend boekje uit 1821. En boeken hebben meer impact dan artikelen, dat moeten ze in Leiden toch ook weten." Waarom tellen ze hoeken daar niet mee, denkt ui "Ja, dat is het makkelijkst, hè? Om economische redenen natuurlijk. Aan die werkwijze heb ik in mijn boek een hoofdstukje gewijd. Dat moet u maar eens lezen, ik ben het eigenlijk een beetje beu om dat weer allemaal uit te leggen." Heeft u uw boek ook naar Leiden opgestuurde "Nee, waarom?" Bent u niet benieuwd naar hun reactie! "Nee hoor, totaal niet." De eerste reactie van Ton van Raan laat aan duidelijkheid niets te wensen over. "Jeetje, het lijkt wel of ik de fiets van die man heb gestolen. We hebben kennelijk wat bij hem losgemaakt. Zelf hebben we hem nooit in levende lijve gezien, maar ik begrijp niet waar hij de moed vandaan haalt om dergelijke onzin uit te kramen. We hebben eindeloze gesprekken gevoerd met de Gentse faculteiten die we destijds onderzochten. Er was onder de onderzoekers een hele duidelijke consensus dat onze aanpak de beste was. Men was het erover eens dat we boeken niet zouden meetellen. Daarin worden immers geen nieuwe wetenschappelijke onderzoeksresultaten gemeld. Die meneer Van Hooydonk is bibliothecaris, dus hij zal wel iets met boeken hebben. Vandaar waarschijnlijk die eenmanskruistocht. Ik ga eens bij wat collega's informeren hoe dit alles heeft kunnen gebeuren. En via hen kom ik ook wel aan een exemplaar van dat boek." (MT)

WCS NOVEMBER

1996

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's

VU Magazine 1996 - pagina 473

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1996

VU-Magazine | 568 Pagina's