GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1997 - pagina 378

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1997 - pagina 378

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat vooi indruk maakte de universele verklaring van de rechten van de mens uit ig4S destijds op ui "Ik kan niet zeggen dat het een onvergetelijke gebeurtenis was. Ik was toen zestien jaar oud en kan mij niet herinneren dat die verklaring destijds gezien werd als een bijzonder feit. Ik geloof niet dat de kranten er destijds bol van stonden of dat die verklaring het gesprek van de dag vormde. De rechten van de mens hielden mij in mijn schooltijd helemaal niet zo bezig. "Niet dat het buitenland mij in die tijd helemaal niet interesseerde. In 1947 kwam er familie van ons terug uit Indonesië; die heeft nog een poosje bij ons ingewoond. Ze spraken over de jappenkampen en over kamikaze-piloten, en dat maakte een diepe indruk op mij. Bij de gang van zaken in het MiddenOosten heb ik mij van meet af aan sterk betrokken gevoeld. Al heel snel begon ik mijzelf volkenrechtelijke vragen te stellen: hoe kan men het zo vanzelfsprekend vinden dat een groepering - de joden - zomaar naar dat gebied in het MiddenOosten kan emigreren, terwijl het algemeen bekend is dat Europese landen heel terughoudend zijn in het toelaten van migranten? Ik ben nooit tegen Israël geweest, maar was er nooit zo van overtuigd dat de stichting van de staat Israël een vanzelfsprekende zaak was. Zeker het religieuze motief voor die staat heeft mij nooit kunnen overtuigen." Was dat niet een raar standpunt in een tijd dat Nederland nog massaal achter Israël stondl "Toen ik in de journalistiek werkzaam was, kwam mijn standpunt nog niet zo tot uitdrukking. Ik gaf als journalist in de eerste plaats weer wat andere mensen vonden, maar ik had er wel gesprekken over en weet dat op de redactie van De Maasbode meer mensen kritisch tegenover Israël stonden. Maar het klimaat was toen inderdaad anders. Ik was bevriend met Hein Roethof, PvdA-kamerlid, die niet anti-Israëlisch was maar wel moeite had met het onderschoffelen van de belangen van de Palestijnen, en die kreeg in de PvdA-fractie geen schijn van kans. Hij werd aangevallen als anti-semitiet. Het CIDI pakte iedereen die iets tegen Israël schreef hard aan; ieder foutje in een verhaal werd aangegrepen om het hele betoog meteen te ondergraven.

"\n 1947 kwam er familie terug uit Indonesië. Ze spraken over de jappenkampen en over kamikaze-piloten, en dat maakte diepe indruk op mij."

"Eigenlijk ben ik pas in de jaren tachtig mijzelf actief gaan bezighouden met het conflict in het Midden-Oosten. Dat was toen de NOVIB mij vroeg iets te doen voor de Palestijnen en een reis naar het Midden-Oosten te maken. Ik was toen net conrector van de Vrije Universiteit; met zo'n activiteit zou ik mij nogal profileren en ik vroeg mij dus af hoe dat binnen de

14

wcs

NOVEMBER/DECEMBER 1997

vu-gemeenschap zou vallen. Maar voor de rector, aan wie ik de kwestie voorlegde, was dat geen enkel punt. Ik mocht gerust mijn gang gaan. De tijden waren wat dat betreft zeker veranderd." Hebben de Palestijnen gelijk in het conflict^ "Ja, ik vind inderdaad dat de Palestijnen volkomen gelijk hebben en dat de Israëli's volkomen ongelijk hebben. De redenering dat de Israëli's het meeste recht hebben op de westelijke Jordaan-oever en op de Gaza-strook is op niets gebaseerd."

"Ik ben nooit tegen Israël geweest, maar het religieuze motief voor het stichten van die staat heeft mij nooit kunnen overtuigen."

Hoe kijkt u nu, bijna vijftig jaar later, aan tegen de verklaring van de rechten van de mens van 1^481 "Een belangrijke historische gebeurtenis, dat zeker. Het belangrijke is, dat men er in in de loop van de tijd in is geslaagd om naast de traditionele burgerrechten ook zoiets als het recht op arbeid en sociale zekerheid op te nemen. Het is voor de Amerikanen, en in iets mindere mate ook voor de Europeanen, nog steeds een vloek om het recht op arbeid onder de mensenrechten te laten vallen. Dat betekent namelijk dat de staat niet alles aan de markt behoort te laten, maar tot taak heeft de markt te beoordelen op zijn bijdrage aan de werkgelegenheid. "In 1948 was dat allemaal nog niet het geval. De toenmalige verklaring was heel sterk een codificatie van westers denken. Er is destijds een uitgebreide discussie geweest over het recht op godsdienstvrijheid. In de verklaring staat dat een mens het recht heeft om van godsdienst te veranderen. Dat is helemaal in strijd met de islam maar eigenlijk ook met de katholieke kerk; die had het toen nog over ketters en afvalligen. Als katholieke jongen heb ik nog meegemaakt hoe er gebeden werd of gemengde verkeringen mochten worden voorkomen. Ja, je mocht wel katholiek worden, graag zelfs, maar van de katholieke kerk overgaan naar de protestante of de islam, dat kon niet. Binnen de islam denkt men er nog steeds zo over. "De discussie rond de verklaring is destijds ten gunste van het Westen beslist. Na 1955 zijn derde-wereldlanden gaan toetreden tot de Verenigde Naties, en ook zij hebben de verklaring aanvaard, die toch vrij algemeen als universeel wordt erkend. In landen als Indonesië en China verzet men zich wel tegen de mensenrechten uit naam van de eigen waarden; oppositionele groepen zeggen echter dat het alleen hun regering is die tegen de mensenrechten is, en dat zij er juist erg vóór zijn. De formulering van de mensenrechten blijkt zodanig geformuleerd dat mensen uit allerlei delen van de wereld vinden dat daaraan moet worden vastgehouden."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's

VU Magazine 1997 - pagina 378

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1997

VU-Magazine | 434 Pagina's