GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1998 - pagina 463

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1998 - pagina 463

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Soms schiet het voorstellingsvermogen desondanks tekort. "Is dit echt een beest geweest?", vraagt een jongetje, wijzend op het geraamte van een monstrueuze maashagedis. Ondanks het bevestigende antwoord van zijn moeder blijft hij bij het verder lopen nog lang zeer ongelovig achterom kijken. Maar inmiddels zijn wij alweer een verdieping hoger, waar de stamboom van beneden blijkt te zijn uitgegroeid tot een onvoorstelbare variatie aan levensvormen die zelfs een omvangrijk nieuw museum als Naturalis slechts mondjesmaat kan tonen. 'Natuurtheater' heet dit buitenproportionele stilleven; een fantasmagorisch visioen dat definitief schoon schip maakt met de fabel dat Noach dit hele zootje - en zelfs nog heel veel meer! - allemaal in die Ark zou hebben kunnen bergen. We vinden hier vertegenwoordigers van zo'n beetje alles wat we anno nu aan levende en dode natuur kunnen tegenkomen: planten, dieren, schimmels, wieren - opgezet, gedroogd of op sterk water -, maar ook gesteenten en mineralen. Voor wie door deze onwaarschijnlijke veelvormigheid even de kluts dreigt kwijt te raken zijn er de lampjes in de vloer die het verband van een en ander met de stamboom beneden weer herstellen. Langzaam klimmen we op. We verrijken onze kennis over het leven en leren meteen welke antwoorden zoal gegeven zijn op de vraag hoe (on)waarschijnlijk het is dat de kiem van ook het onze als bij toeval uit kokende oersoep ontstond. Ook staan wij stil bij de leerzame beelden

op de videowand, die tonen wat een ecosysteem is, hoe het er uitziet en hoe het ontstaan ervan en de veranderingen daarin afhankelijk zijn van omstandigheden als temperatuur, regenval en de verdeling tussen land en water. Wie na die overstelpende hoeveelheid vormen en beelden behoefte heeft aan een spirituele structurering van het gebodene, kan, helemaal boven, terecht op de afdeling waar verschillende visies op de natuur uit de doeken worden gedaan; de mens, zo hadden wij twee etages lager al geleerd, is immers "een buitenbeentje" in de natuur, omdat hij zich onderscheidt door grote hersens en cultuur. Zo is het maar net. En dus zetten wij ons meest belangstellende gezicht terwijl wij ons verdiepen in de harmonie van yin en yang, in wu wei (het niet ingrijpen als taoistisch principe) en in het tegenovergestelde streven in de islam om de natuur juist net zolang te beknotten tot er symmetrie ontstaat. De museumleiding hoopt, blijkens het bord bij de deur, dat we ons door deze visies niet teveel laten meeslepen. "Naturalis", meldt de tekst een beetje bits, "toont de natuur vanuit de huidige wetenschappelijke inzichten." Zonder die flauwekul, begrijpen wij. Toch lijkt enige geestelijke bijstand wel geboden bij het bezoek aan wat de 'schatkamer' wordt genoemd; een vertrek dat deel uitmaakt van de enorme museumtoren waarin de rest van de omvangrijke collectie in diepe duisternis en onder ideale klimatologische omstandigheden wordt bewaard. Hier vinden wij de doodstille getuigen van het leed de

beesten aangedaan, die nu eens niet door meteoriet-inslagen, noch door klimatologische stoornissen het veld ruimden, maar als gevolg van menselijk wangedrag verdwenen. Nadat wij de kleine ruimte in het pikkedonker hebben betreden - "permanent licht zou het pigment van de opgezette dieren teveel aantasten", weet de dienstdoende suppoost - gaan heel langzaam de lampen in de vitrines aan en worden achter het glas onder veel meer een dodo, een reuzenalk, een trekduif, een blauwbok en een doos vol vrolijk gekleurde, maar daarom niet minder morsdode Hawaïaanse vinken als spookgedaanten in een tweede-rangs griezelfilm zichtbaar. Meer nog dan de overweldigende collectie levensvormen die we nu ook nog in het wild, of desnoods in de dierentuin kunnen aantreffen, stemt vooral het kort verblijf in deze darkioom tot nadenken. Dit pantheon van uitgestorven soorten, zo voelen wij, vormt in feite het heilige der heiligen in deze nieuwe tempel der natuurlijke historie. Terwijl wij zwijgend de lange wandeling terug aanvaarden, maakt plaatsvervangende schaamte zich van ons meester. Gert f. Peelen Naturalis - Nationaal Natuurhistorisch Museum, Darwinweg 2, Leiden. T e l . (071) 568 76 26. Geopend: dinsdag t o t en m e t zondag van I 2.00 t o t 18.00 uur. Tijdens schoolvakanties en feestdagen van 10.00 t o t 18.00 uur. *s Maandags en op 25 december en I januari gesloten. Foto's: Naturalis.

wcs

NOVEMBER/DECEMBER

1998

87

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's

VU Magazine 1998 - pagina 463

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

VU-Magazine | 492 Pagina's