De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 26
24 komen is, is me niet bekend. Wel, dat niet het minst de Room- ; schen van de omvkrenteling hebben geprofiteerd. Zij deden hun best om van de gelijkstelling van Brabant met de andere gewesten en van de overige rechten en aanspraken, die hun toegekend werden, zooveel mogelijk voordeel te trekken ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 16
14 in 1797, van een leerstoel te Leiden in de Nederlandsche taal en welsprekendheid. Het is echter zeer de vraag, of dit als een gevolg van 1795 aan te merken is en niet veeleer als een rijpe I vrucht van de in de tweede helft der 18de eeuw krachtig I oplevende belangstelling in ons eigen verlede ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 35
33 is in Vrankrijk geboren uit een onverschilligheid op dat stuk, en uit de democratische principes van gelijkheid". Hij beval aan met betrekking tot den godsdienst bij de oude constitutie te blijven, dat wil dus zeggen, dat ook alle ambtenaren tot de Hervormde kerk moesten behooren. Van de ander ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 17
15 die van 1806, die, welke bezwaren er tegen in te brengen zijn, toch in menig opzicht aanmerkelijken vooruitgang beteekende, zou een halve eeuw ons schoolwezen beheerschen. Invloed van de omwenteling van 1795 valt ook te constateeren op economisch terrein. Tal van belemmerende bepalingen, als s ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 36
34 bij den ouden toestand blijven kon. In de grondwetscommissie van 1815 hebben Belgische leden voor de kerk in België handhaving geëischt van de oude rechten en gebruiken en er was een strooming in de commissie om zoowel hierdoor den Roomschen in België als door de handhaving van het voorschrift ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 19
-'f 17zonder reden, dat de hoogleeraar Brugmans zijn werk over de geschiedenis van%de stad onzer inwoning sinds 1795 genoemd heeft ,,het nieuwe \ m s t e r d a m " . In de inleiding doet hij uitkomen, ' dat, terwijl er ttisschen het Amsterdam van de 13de en dat van de 18de eeuw een ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 37
35 en hoe ergert zich zijn broer Willem, wanneer er, als het land in 1825 door een grooten watersnood geteisterd wordt, geen nationale biddag wordt uitgeschreven! Hij moet erkennen, „het is eigenlijk consequent; zonder godsdienst van staat kan men niet nationaal bidden, mag men dan ook nationaal ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 38
36 in betrekking te treden tot dien staat, maar zich als vreemde in 't land aan te merken" ^), Zelf merkte Bilderdijk zich als vreemde , aan: volgens de fijne opmerking van Colenbrander emigreerde hij naar het droomrijk van Teisterbant.") Van de ergernis van hem en de zijnen, fel, maar zich lang ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 39
37 we na het Eindverdrag met België onze eigen huishouding moesten beredderen, door niet minder dan 600 predikanten aanbevolen — en daarmee, als in 1814, den staat een Protestantsch cachet geven? De Roomschen wilden geen Protestantschen, maar gaven de voorkeur aan den neutralen staat, en werden z ...
De beteekenis van de omwenteling van 1795 - pagina 40
38 strijd is toen beslist ten gunste van de absolute neutraliteit, welke echter door de zinsnede over de Christelijke deugden werd gecamoufleerd. Ik ben mij echter zeer goed bewust, dat, wanneer men de vraag zou stellen, hoeveel, in den loop der geschiedenis sinds 1795, onze staat aan christelijk ...