Filteren
van 166
Johannes Maccovius - pagina 343
331 zijn met de „fides divina" als zijnde waarachtig het „testimonium divinum" te aanvaarden, maar met terugslag op het gezegde sub 5 en sub 6, voegt hij er aan toe „quod nobis tale apparet" en komt dan tot de conckisie: „Vero etiam hoc, quod nobis apparet verbum Dei, credere tene-houden ...
Van de kennisse Gods - pagina 342
DE HEILIGE DRIEËENHEID.340het twcepcrsoonlijk leven geteekend. In dit verband wordtde beteekenis van het woord „persoon" ten opzichte van de Heilige Drieëenheid nog het meest duidelijk gevoeld. Want zooals een kind van God in zijn zondig en wedergeboren leven enleeft, ...
Johannes Maccovius - pagina 342
330non sunt eadem plane, certe sibi plane cognata", en antwoordt dan met Twissus dat de waarheid het fundament des geloofs is: ;;Fundamentum fidei est veritas. Nihil resisto," Maar dit is zeer onvoldoende uitgedrukt. „Quod deest suppleo." De waarheid toch kan beschouwd óf absoluut in haar ...
Van de kennisse Gods - pagina 341
DE HEILIGE DRIEËENHEID. genoemd wordt,339door karakter, kracht of talent uitblinktals hijboven anderen, daar belijden wij, met Athanasius, dat de Vader, de Zoon en de Heilige Geest hebben ééne Godheid, gelijke eere, gelijke eeuwige heerlijkheid, en dat in deze Drieheid ...
Johannes Maccovius - pagina 341
329 Indien wij iets onwaars konden gelooven, zoo betoogt Amesius verder, dan zou de wet tot dwaling ons verplichten, 4".wantwij zijn verplicht tot de „fides divina" tegelooven*).Maccovius antwoordt hierop met citaten van Piscator dat wij somtijds gehouden zijn t ...
Van de kennisse Gods - pagina 340
:DE HEILIGE DRIEËENHEID.33$voortgang en einde. Dit zijn slechts enkele grepen uit het vele dat geboden wordt. Doch uit dat alles kan nooit de Drieëenheid van het Wezen Gods bewezen worden. Alleen kan dit gezegd worden, dat wij, als we van het historie: begin,der ...
Johannes Maccovius - pagina 340
van de vooronderstelling dat de fides divina in dit leven al volmaakt is. En dat juist ontkent Maccovius op grond der H. Schrift,Cor. 1319. '):betoogt Amesius dat de verhouding van de „fides2".divina" tot het v^are, tot het goedeisals ...
Van de kennisse Gods - pagina 339
:DE HEILIGE DRIEËENHEID.337Vader wordt gegenereerd, en de Heilige Geest uitgaat van den Vader en van den Zoon. Al dergelijke beeldspraak moet nopen tot de grootste voorzichtigheid. Calvijn schrijft in de Institutie I, 13, 18: „Voorwaar, ik weet zakenniet of het oorbaar ...
Johannes Maccovius - pagina 339
327om de duidelijkheid als om de krasheid, alleen weergeef: Twissus dat van „Jussit Deus Abrahamum filium suum unigenitum in victimam offerre. Perpendas hic velim, et iudicium feras: An non ex hoc tenetur Abrahamus credere, voluisse^ ut ipsi filium suum in victimam offerret, quod tamen ex ...
Van de kennisse Gods - pagina 338
DE HEILIGE DRIEËENHEID.336van één baan. Drie leden vormen één bestuur, dat het drietal op de leden, de eenheid op het bestuur doelt. Vader, moeder en kind zijn drie personen eenerzijds, maar één huisgezin anderzijds. Bij dit laatste hebben wij reeds een voorbeeld om duidelijk aan te ...
van 166
