Filteren
van 166
Johannes Maccovius - pagina 291
279non sit veile, nee etiam nolle sed medius quidam actus/' en antwoordt daarop: „Verum falsissiraum hoc. Nam voluntatis actus duo sunt, unus quo fertur in aliquid, sive quo acceptat aliquid, alter quo reiicit et repudiat aliquid. Quo acceptat, vel est spontaneus simpliciter et mere sponpe ...
Van de kennisse Gods - pagina 290
DE DEUGDEN GODS.288de eeuwigheid Gods. Wij menschen zijn niet slechts in ons maar ook in ons denken aan tijd en plaats gebonden, en wij kunnen er ons daarom geen voorstelling van maken, dat God de Heere bestaat op een geheel andere w ij z e, die ten eenen male vreemd is aan alle ged ...
De band des verbonds - pagina 290
VAN DE HEERLIJKMAKING.286Zoo dievanzelf de stof der overdenking voor de artikelenisstadiën.Zijgenomen.heerlijkmaking doorloopt twee ziel „van stonden aan nabegint reeds voor dedit leven", alsalsDevolgen aan ...
Johannes Maccovius - pagina 290
278 ut inobediens per hoc malitiei suae convinceretur."sed*)Dit wat het onderscheiden standpunt van verborgen en geopenbaarden wil aangaat. Doch wat het andere punt aangaat, leert Maccovius tegenover Lubbertns niet alleen een voluntas puniendi, maar ook een voluntas permitten ...
Van de kennisse Gods - pagina 289
DE ONEINDIGHEID GODS. later bijom287de mededeelbare deugden besproken kan worden, bij den mensch eindig, bij God oneindig tedeze danWijzoodoende in de orde gebleven om van de ^^mededeelbare deugden te handelen, welke niet aan het beeld Gods zijn medegedee ...
De band des verbonds - pagina 289
DE HEERLIJKHEID HIERNAMAALS. Goddelijkegenadetotvolle285ontplooiing en tot de rijksteontwikkeling te brengen. Het „daarna"kwamreeds uit inhet woord van den verheerlijkten Heiland na Zijn wóndervolle verrijzenis: „Raak Mij niet aan, wa ...
Johannes Maccovius - pagina 289
277 1Thess. 4:5. „Altera distinguendi gratia vocatur revelata,comprehensa et expressa." ^) Maccovius daarentegen leerde dat de zonde niet alleen in Gods Raad besloten, maar ook door Grod gewild is. Dit laatste volgt rechtstreeks uit den Theologischen grondregel: „Ex eventu iudicandu ...
Van de kennisse Gods - pagina 288
DE DEUGDEN GODS.286isoneindig van vermogen en Zijne barmhartigheden hebbengeen einde.In dien zin nu kan in artikel I der Confessieniet bedoeld zijn te sprekendatomvan de oneindigheid Gods. Entweeërlei reden. Vooreerst, dewijl h ...
De band des verbonds - pagina 288
VAN DE HEILIGMAKING. eenmaal het groote einde komen zal met geweldige natuurtafereelen en majestueuze bewegingen van de krachten des hemels, als Christus het koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben, nadat eerst alle dingen Hem zullen onderworpen zijn, want dan zal Christus zelf ond ...
Johannes Maccovius - pagina 288
276 ordinavit Deus peccata ad certos unes. Probatur hoc istoargumento: sine quo Deus non potiüt iustitiam punientem misericordiam ostendere (non potuisse dicimus Deum nonetdefectu potentiae, sed defecta obiecti) illud voluit propter hoc,nempesiostendere. ...
van 166
