Johannes Maccovius - pagina 331
319 het eeuwige leven zou erlangen. Dat bleek echter aldrahijhij moest iets onwaars gelooven. ^) zjjn. Ergo Hierop antwoordt Amesius: „condionaliter debebat credere" ^); waarop Maccovius beweert dat zulks niets ter zake doet, dat dit slechts een verschuiven van de quaestie is, want ...
Van de kennisse Gods - pagina 332
O:DE DEUGDEN GODS.,3of duivelkent alleenDoch bovenbestaan.hetwerd opgemerkt,reedsgeestelijkènonlichamelijk,zuiver geestelijkdie allen staat de mensch, die, gelijk ziel*)en lichaa ...
Johannes Maccovius - pagina 332
320den val gelooven dat hij alsnu in eigen persoon aan den eeuwigen dood zou worden prijsgegeven. Dat bleek echter van achteren niet zoo te zijn. Ergo: hij moest iets onwaars gelooven.^)Amesius antwoordt op covius,datGrodstiawasAdamdi ...
Van de kennisse Gods - pagina 333
DE ZEER OVERVLOEDIGE FONTEIN ALLER GOEDEN.(Joh.De1:1,uit,der menschen."Gods draagt steeds van Zich Zelven het is. „Ik ben de opstandingdat Hij het „leven"leven."hetlicht14-)Christusgetuigenise ...
Johannes Maccovius - pagina 333
321Enwas het waar, wat Adam gelooven moest% „Ictum argumenti non effugit faoile."'toch,illiusIn Numeri 20 blijkt het dat3".God wateruitdenrots-steen wilde doen vloeien, als Mozes op den rotssteen sloeg.Mozes echte ...
Van de kennisse Gods - pagina 334
DE DEUGDEN GODS.33^GelijkGodisVader derdenen een iegelijk, die liefheeft,Eeuwige WezenhetisHem,het Licht, en alle licht vanGoduitisLeven,hetGodDatalle ...
Johannes Maccovius - pagina 334
322bleek het weer van achteren, dat het alzo o niet in Godswas besloten. ^) Hoewel de Medulla opE,aadditArgumentniet ingaat, schijntAraesius toch geantwoord te hebben, dat Israël slechts con-aan zijn intocht in Kanaan mocht gelooven. vroeg, ...