Van de kennisse Gods - pagina 120
DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.Il8God woonde Schepping,de Schepping, dat Hij deinWereldziel was.dezielMen kendeder stoffelijkeeen zichtbareen een onzichtbare wereld; het geestelijke, onzichtbare hieldmenGod ...
De band des verbonds - pagina 120
VAN DE WEDERGEBOORTE.I.ALGEMEENE REGEL. Hoor naar blijfsel zijtvanmoeder zijn,Ikja,hebMij, o huis van Jakob, en het gansche over-vanhetden af.Entothuisbuik totIsraëls,die van ...
Johannes Maccovius - pagina 120
108 School, terwijl omgekeerd de Noord-Afrikaansche Schoolvande wetenschap niet wilde weten. TertuUianus riep: „Credo quia absurdum." Van hem is het voorzichtige: „De Deo etiam vera dicere, periculosum esse." De studie der Philosophie ver„Philosophns gloriae animal. Affectant verita ...
Van de kennisse Gods - pagina 121
AVERECHTSCHE ONTWIKKELING. (PANTHEÏSME.)I19beschouwing van het Wezen Gods. Als dat zoo was, dan kon ook niet langer worden staande gehouden, dat God slechts de Ziel in en van de menschheid was, maar moest ook het Monisme op God toegepast worden door het proclameeren der éénhe ...
De band des verbonds - pagina 121
ALGEMEENE REGEL.II7Als God de HEERE zóó scheppend spreekt tot eene doode ziel, dan wordt in die ziel het leven geboren, het geestelijk leven, het leven uit God. En gelijk alle leven begint met een kiem, een oorsprong, een beginsel, zoo bezit ook het genadeleven een beginsel, en het ...
Johannes Maccovius - pagina 121
109Ypej, die zelfs de keurige onderscheiding van Augustinus tusschen de genade als gratia praeveniens, operans, coöperans, irresistibilis als „ongehoorde Schooltermen" afwijst, O en aan zijn mededeeling dat Augustinus de vader o. a.uitder Scholastiek in de Westersche Kerk is, ...
Van de kennisse Gods - pagina 122
DE NATUURLIJKE GODSKENNISSE.120geestenstoftweezijn,en leerde de eenswezensheid vanStof was geest, en geest was stof; het gold slechtsbeide.een anderen vorm van verschijning, een andere manier van en men kwam zoodoende tot de sl ...
De band des verbonds - pagina 122
VAN DE WEDERGEBOORTE.Il8HEEREwanneer God de die levensvonk in zijn hart doet ontsteken. Daarover laten wij ons hier ter plaatse nietkwestie,uit,en wij beperken dus ons antwoord op de gestelde vraag"zeer bepaaldelijk tot de Verbondskinderen.D ...