Filteren
van 166
De band des verbonds - pagina 158
VAN HET GELOOF.I.HET WONDERGELOOF. Voorwaar zeg Ik u eenzeggen zal:mosterdzaad, :Gaheen,heengaan;enzoogijgijzoudteen, geloof tothadt alsdezenvan hier derwaarts niets zal ...
Johannes Maccovius - pagina 158
146Cedrinis etc. hocgiiisnonestnecessarium in theologia,sed necessarium in theologo, qui ista explicat."Breedvoerig behandelt Maccovius Theologicae deze zaak.DeArticuli Catholici zijn „quisunt necessarii^ et sine quibusD ...
Van de kennisse Gods - pagina 159
INNERLIJK HERSTEL.157man, den ernst van het lange, aangrijpende gesprek met den Heiland in schier onbegrijpelijke botheid langs zich heen laat glijden, den geestelijken zin er van in de verste verte niet te vatten toont, en de toch zeer klaarblijkelijke bedoeling ten eenen male misv ...
De band des verbonds - pagina 159
HET WONDERGELOOF.155waarheid ook maar even wordt losgelaten, zijn we van het Gereformeerde pad af, en op den doolweg der Arminianen.Al eenishetdusvolkomen waar, dat het Genadeverbondwezenlijk verbondhebbenaltijdvast ...
Johannes Maccovius - pagina 159
147deducuntur consequentia remotioriy O Het is dus de consequentia proxima of remota die als criterium gesteld kan worden voor de Articuli Catholici of Theologici. Zoo zien we dus Maccovius als Scholasticus optreden. De Theologie moet in ScJiola gedoceerd en bestudeerd worden. Dat brengt m ...
Van de kennisse Gods - pagina 160
DE BIJZONDERE OPENBARING.158wordt uitgekreten, nademaal,inde wijsheid Gods, de wereldgekend door de wijsheid (I Cor. 21). De Grieken (de Heidenen) zoeken wijsheid, maar Christus is hun een dwaasheid. En dat dwaze Gods is wijzer dan de menschen, gelijk het zwakke ...
De band des verbonds - pagina 160
VAN HET GELOOF.156trouwen,dat óf door mij óf aan mij een wonder gedaan worden kan en zal. Men was dan voorts gewoon te onderscheiden tusscheneen dadelijk en een lijdelijk wondergeloof. En onder dadelijk wondergeloof verstond men dan dat geloof, waardoor iemand in staat ...
Johannes Maccovius - pagina 160
148EbraeaeetGraecae; artium, puta Grammaticae, Logicaeet Rhetoricae;itemque Philosophiae." ^) oordeelt Maccovius de studie der oudeAls Humanist„Namtalen broodnoodig.qui linguasnondidicit, cogiturliabitare in alter ...
Van de kennisse Gods - pagina 161
;DE SCHRIFTUURLIJKE OPENBARING.159vormig, of Christus heeft ze in den mensch gewrocht hetwelk Hij ons leert, zeggende Zonder Mij kunt gij niets ':doen."Enzoo verstaan wij geheel en ten volle de slotwoorden van I Cor. 2 „De natuurlijke mensch begrij ...
De band des verbonds - pagina 161
HET WONDERGELOOF. het „bergen verzetten".ja,dathijhij spreekt toch onomwonden zoodanig geen zaligmakende krachtMaaruit, dat in dat geloof alsschuilt,157met al het wondergeloof, zonder bijko-mende genade, niets zou zijn. Het won ...
van 166
