Van de kennisse Gods - pagina 16
1INLEIDING.4„uit" of „gedaan" is, dat er een leven is na dit leven, en dat aan de overzijde des grafs een nimmer eindigende eeuwigheid hem wacht.De mensch dezielnu, door de gedachte aan die eeuwigheid in af, of er ook een onbekende gewesten het geluk ...
Van de kennisse Gods - pagina 17
DE HEERLIJKHEID DER KENNISSE GODS. Athenenaarwas,allerleigodPaulus'reisverhaal, „alleszins gelijkwaren vele heiligdommen voor goden, en men had, om toch jegens geen enkelengodsdienstiger"als15;daareerbetoon ...
Van de kennisse Gods - pagina 19
DE HEERLIJKHEID DER KENNISSE GODS. stierven17weg meteen ingebeelden hemel voor oogen, en op de plaats der eeuwige pijniging, dewijl zijontwaakten bouwden, niet op een vaste rots, maar op den ijdelen zandgrond van het „verschijnsel van den godsdienst". Dit zegt het mens ...
Van de kennisse Gods - pagina 18
1INLEIDING.6zonder meer,magden dood een trouwen vriend begroeten, die hem een veilige gids is naar het eeuwige land, met bange vreeze verwacht. Hier geldt het woord van Jezus Christus als den hoogsten is,in.Leeraar: „Gaat de poort en breed ...
Van de kennisse Gods - pagina 20
INLEIDING.eng, zóó eng, dat het voor de zaligheid der ziel aankomt op de kennis van den eenigen, waarachtigen God, van dien God, die alleen God is. Want de HEERE is alleen God, en de goden der volkeren zijn afgoden er is geen God behalve Hij. Hij is niet slechts de éénige God, maar zeer be ...
Van de kennisse Gods - pagina 21
DE HEERLIJKHEID DER KENNISSE GODS.19door Christus Jezus, die daartoe door den Vader in deze wereld is gezonden. zooals Hij geopenbaardAls wijHemietstemogen enweten en door genade gelooven, en kennen van den drang der ziele, die persta ...
Van de kennisse Gods - pagina 22
INLEIDING.20II.MET MOND EN HART. Want met heid, enmenter rechtvaardig-belijdtmen ter zaligheid. Rom. 10 10.het hart gelooftmet den mond:Als de Gereformeerde Confessie handelt over de kennisse Gods, spreekt zij in haren s ...
Van de kennisse Gods - pagina 23
MET MOND EN HART.2Ide menschen, dien zal Ik ook belijden voor Mijnen Vader, in de hemelen is." Met groote stelligheid wordt hier dus op het belijden van den naam des HEEREN aangedrondieEn in Luk. 9 26 lezen wij het woord dat gelden kan tegenhanger: „Zoo wie zich Mijns ...
Van de kennisse Gods - pagina 24
;INLEIDING.22Deeerevan Christus zelvesteltHemuitermate verhoogd heeft,heeftwelke desallenChristusdat Jezusbelijden,Gods,bovenisVaders. "(Filipp.dien eisch, d ...
Van de kennisse Gods - pagina 27
MET MOND EN HART.25de menschen geoordeeld worden, en uitgemaakt of dan niet zuiver, of die conform den Woorde Gods is, of in strijd er mede. De vraag of er oprecht geloof des harten aanwezig is, kan en mag ten opzichte van zijn evenmensen door een nietig menschenkind niet worden bea ...