Van de kennisse Gods - pagina 267
DE EEUWIGHEID GODS.265geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht ja van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God .... Want duizend jaren zijn in Uwe oogen als de dag van hadt,gisteren,Deals hijvoorbijgegaanapostelheilige3 ...
Van de kennisse Gods - pagina 266
DE DEUGDEN GODS.!Ó4goddelijke in het creatuurlijke laat opgaan, en dientengevolge het eeuwige in het tijdelijke, alsof detijdeen verschijnings-vorm van de eeuwigheid zou zijn, alsof de eeuwigheid in en in den tijd eene tijd waarneembaar zou worden,den ...
Van de kennisse Gods - pagina 268
DE DEUGDEN GODS.2 66lyksoortigcvantijdIn denstaat.tijd isde eeuwigheid een onveranderlijkinDeen eeuwigheid gevoeld.maar de eeuwigheidEén dagzijn.Watduizend jaren, en duizend jaren als é ...
Van de kennisse Gods - pagina 269
DE EEUWIGHEID GODS.267op den tijd wordt verkregen, wondere oogenblikken dat door geen tijd is, doordat zij ware er voor de ziel als het zich boven den tijd verheft, maar aan die bange oogenblikken dat zij onder den tijd raakt. Daar zijn van die gevallen in het leven, in oogenblikken ...
Van de kennisse Gods - pagina 270
268DE DEUGDEN GODS.„Eer Abraham was, ben Ik." In God is het maar van al wat schepsel is, spreekt heden een eeuwig ; men óf in den verleden, óf in den tegen woordigen, óf in den toekomenden tijd. Hij is Die Hij Zijn Zal, de eeuwig Zijnde, de Onveranderlijke, bij Wien geen schaduw van ...
Van de kennisse Gods - pagina 272
270DE DEUGDEN GODS.III.DE ONZIENLIJKHEID GODS. Dienalleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoe-gankelijkbewoontlicht;Demvelken geenraensch gezien heeft, noch zien kan zij;Welkeneer en eeuwige kracht. I ...
Van de kennisse Gods - pagina 271
DE EEUWIGHEID GODS.269van eeuwigheid en tot in alle eeuwigheid eeuwiglijk uitgaande van den Vader en van den Zoon. Want anders was de uitgang des Geestes niet eeuwig. De eeuwigheid is ongeschapen, de tijd is geschapen. Eeuwig in den diepsten zin des woords is alleen God; Hij niet sl ...
Van de kennisse Gods - pagina 273
DE OXZIENLIJKHEID GODS. dat27Ivan het zien Gods, met de oogen des lichaams, geen zijn, omdat het Eeuwige Wezen onzienlijk,sprake kan onzichtbaaris.Wel wordtzeer verschillend gedacht over de vraag, in hoedanigen zin gezegd kan worden dat de gelukzal ...
Van de kennisse Gods - pagina 277
!DE ONZIENLIJKHEID GODS.275aan Jakob te Bethel; deze ziet een ladder, welks opperste aan den hemel raakt, de engelen Gods op en nederklim-dan lezen wij: „ziet, de HEERE stond op dezelve" dit was evenwel in den droom. (Gen. 28 12.) Jakob worstelt te Pniël met God, en ze ...
Van de kennisse Gods - pagina 274
212DE DEUGDEN GODS.,Wezenworden gezien. immers volkomen is oneindig en de mensch blijft eindig gelijk. ook in den staat der heerlijkheid. God kan daarom door den mensch altijd slechts op eindige, menschelijke wijze worden gezien. Maar dan is het zien Gods ook niet in Z ...