Arbeids-gebod ~ Arbeids-gelofte.
VII. (Slot.) Met opzet heb ik tot nu toe mij nagenoeg onthouden van citeeren. Het ging er zeker niet om personen te bestrijden. Ook meende ik beter te doen uitspraken, welke mijn betoog kunnen steunen, voorloopig ongenoemd te laten, ...
Arbeids-gebod — Arbeidsgelofte.
VI. Het voorgaande is een verdere uitwerking van hetgeen ik reeds opgemerkt heb in „De Reformatie" van 10 Juli 1931. Dit artikel bedoelt om meer opzettelijk dan toen kon geschieden, deze zaak nog eens aan de orde te stellen, in de hoop, dat.er eens óf .een principi ...
Arbeids-gebod — Arbeidsgelofte.
V. Indien wij, zooals ik het zou begeeren, als Christen-belijders, in het algemeen afwijzend gaan staan tegenover velerlei stakingsdrift, dan zal het niet onmogelijk zijn, dat wij in onze vereenigingen tegenstand en misschien teruggang van het ledental zullen opmer ...
Arbeids-gebod - Arbeids-gelofte.
IV. En nu van tweeën één. Of men zal het bovenstaande verwerpen, maar dan moeten bewijzen, dat, wat eerlijk gepoogd werd af te leiden mt het Woord Gods; , volstrekt foutief is, öf men zal moeten ophouden met in de besprekingen van de werkstakingen, zooals die onzer ...
Arbelds-gebod — Arbelds-gelofte.
H. Er dreigt evenwel nu een nieuw gevaar. En wel dit, dat de mensch zou vergeten, dat hij tot arbeiden geroepen is; dat arbeiden niet alleen maar of in de eerste plaats is een middel, waardoor hij in eigen behoeften zal voorzien, maar dat die arbeid altijd nog is e ...
Arbeids-gebod - Arbeifls-gelofte.
I. In het oogenblik, waarin de Christen zijn geloof uitsprak in God almachtig. Schepper van hemel en aarde, heeft die Christen zich met een eed aan zijn God verbonden. Die eed hield in, dat hij zijn Hemelschen Vader zou liefhebbon èn mitsdien dienen „van ganscher h ...
Speculatie.
VIII. (Slot.) n. Ook „op en om ons ©rf". Men zal van mij niet vragen een nadere preciseering van de gevallen, welke ik thans bedoel. Ieder, die zijn oogen en ooren opendoet, heeft gelegenheid te over zich op dit gebied te oriënteeren ...
„Recht en billijkheden”.
(Over goud-clausule ca.) II. III. Ik moet verklaren, dat ik niet kan inzien, dat er ia een regeling, als sub II. b en d uiteengezet, iets is, hetwelk die regeling ons antipathiek moet doen zijn. Eerder zie ik de andere, de oude regel ...
„Recht en billijkheden”. (Over goud-clausule c.a.)
I. I. Op het eerste gezicht lijkt „De Reformatie" niet het blad, waaraan men direct denkt, indien men een bespreking over vraagstukken als goud-clausule e.d. wil beginnen. Inderdaad heeft het vraagstuk zooiveel kanten van zuiver technischen, n.l. wettelijken en eco ...
De komende Lager-onderwijs-wet.
I. De besturen van de bijzondere scholen-vereenigingen zullen ongetwijfeld met belangstelling kennis nemen van het pas ingediende ontwerp tot wijziging van de L. O.-wet 1920.Op verschillende punten wordt hierin een regeling voorgesteld, welke allerlei, thans bestaande, ernstige bezwaren we ...