Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 6
Hoogeerzame Heeren Directeuren onzer Vereeniging, Hoogachtbare Heeren Curatoren dezer Hoogeschool, Hooggeleerde Heeren Hoogleeraren, Zeergeleerde Heeren Doctoren in de wetenschap, Weleerwaarde Heeren Bedienaren des Woords, Dames en H eeren Studenten, En voorts gij allen, die opkwaamt om deze plec ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 69
68 Hooggeachte Geesink. Het "rude donatus", dat op de series lectionum dit jaar voor de eerste maal achter Uw naam voorkomt, moet voor U, die reeds in m'n studententijd gaarne wat toefdet in den kring waar 't U goed was, z'n moeite medebrengen. Het zij U 'n voldoening, dat de schouders van meerde ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 28
27 putten: ze geven niet meer dan het minimum noodig om de scholastieke verkeerde probleemstelling, uiteraard gevolgd door foutieve soluties, te belichten. Ook hier vertoonen de Middeleeuwen allerminst eenvormigheid. De Augustijnsche richting ziet de dingen zoo geheel anders dan de aanhang van Th ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 72
AANTEEKENINGEN.1) K. JO ë I, Geschichte der antiken Philosophie, I, Tübingen, J. C. B. Mohr (Paul Siebeck), 1921, p. 149-227. 2) Over de tegenwoordig algemeen erkende onjuistheid dezer typeering zie reeds Dr. R. H. Wol t je r, Het mystiek religieuse element in de Grieksche philologie, Rede ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 7
6 philosophie die vervreemd raakt van iedere bezinning op wetenschappelijke vraagstukken, bf ze verloopt in een logicistische eenzijdigheid, die de beteekenis der wetenschap overdrijft en elke tocht buiten de Herculeszuilen van het formalistische vaarwater verbiedt. De antipathie tegen het tweede ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 67
66 raking met de moeilijkheden der kentheorie. Reeds in 1895 werd mede voor haar heel 'n program ontwikkeld 160 ), dat naar den inhoud geheel de signatuur vertoont zoowel van hem als - hier te zwijgen van een nog in ons midden verkeerende zou 'n historische onrechtvaardigheid zijn van m'n onmidde ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 34
33 door den terugkeer tot A ris tot e les. Deze combinatie verzwakte de Gereformeerde theologie buitengemeen. Allereerst omdat men zoo tegenover de nieuwere stroomingen ging verdedigen wat op de keper beschouwd van den geest der baanbrekende richting niet principieel verschilde. En niet minder wi ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 50
49 gische eenheid; de opheffing van beide, het subjectieve en objectieve begrip, brengt de idee voort met haar uiting in leven, ' kennen en absolute idee. Deze logica biedt dus het ontologisch schema waaraan de idee ook gebonden blijft in haar naar buiten treden in de natuur en haar wederkeer tot ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 14
13Bij deze biologische metaphysica past volkomen de kenleer, die A ris tot e les nu verder ontwikkelt. Het object voor het kennen is niet meer de ontolische idee, maar de biotische soorteenheid, die verschijnt in het exemplaar. In de ziel ontstaan door het toeven der indrukken uit wat men ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 45
44 blijkt wat hem dreef: daar maakt de tegenstelling van noodwendig en toevallig plaats voor de oude van logischen vorm en reëelen inhoud 75). Had Kan t nu maar dezen logischen vorm zoowel van het oordeel als van het subject losgemaakt, dan ware hij heel wat verder gekomen. Maar dat geschiedde ni ...