Schuld en straf - pagina 10
4zich manlijk en vierkant tegen radicale en socialistische hervormingsplannen te stellen, loopt kans als lastig doctrinair voorbijgegaan, of weggeduwd te worden in den conservatieven hoek. En Mr. PATIJN, die de University-extension van De Gids op strafrechtelijk terrein in 1896 opende met ...
Schuld en straf - pagina 37
31 In dien trant FOUILLÉE I77)^ SEUFFERT 178), SIMONS 179)^ e. a.. Men begaat daarbij echter de fout van zijn' tegenstander te plaatsen op absoluut subjectief standpunt, alsof deze alleen rekende met de subjectieve schuld, gelijk anderen met de subjectieve gevaarlijkheid. Dit is onjuist, maar ook ...
Schuld en straf - pagina 11
5 slechts voor dat ééne middel, hetwelk tot het doel staat in de verhouding van adaequate causaliteit. Maar op de vraag hoe die verhouding gevonden wordt, luidt het antwoord, dat dit „erfahrungsgemasz" geschiedt. Waarbij vergissing zeker niet is uitgesloten. Zelfs acht hij als toepassing van zijn ...
Schuld en straf - pagina 27
21 wat Gods W o o r d over de onvrijheid van den zondaar zegt. Toch beroept men zich ten gunste van het determinisme ook op den Bijbel; worden LUTHER en CALVIJN als aanhangers van dat stelsel opgeroepen m ) . Mr. DoMELA NiEuwENHUis Verklaart, dat de vëreenigbaarheid van vergelding met absoluut de ...
Zonde en recht - pagina 96
90 brengen en ze beschouwen als wezens van hooger orde. En dit op grond van deze woorden: » 0 rois, vous êtes des dieux, c'est-a-dire: vous avez dans votre autorité, vous portez sur votre front un caractère d i v i n . . . . " De plaats, waarop Felix doelt, luidt, t. a. p., livre V, art. 4, prop, ...
Zonde en recht - pagina 18
12 tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn." (Hebr. 1:5) Hier heeft men reeds eene rechtsbetrekking tusschen den eersten en den tweeden persoon van het Goddelijk Wezen. Maar ook verder nog. De Zoon is gezalfd tot Koning over Sion, den berg van Gods heiligheid. Gelijk de Zoon zelf van ...
Zonde en recht - pagina 31
25 der moeite de wetten van het heelal, althans gedeeltelijk, te verstaan. Abel was schaapherder en Kaïn een landbouwer. Het leven van het dier en het bestaan van het land was hun dus geen volkomen geheimnis. Ofschoon ook dit als vrucht van genade: „zijn God onderricht hem van de wijze, Hij leert ...