Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 24
•28ingetreden. Met aflegging van alle apriorisme, wil zij in haar beide hoofdgroepen van natuur- en geschiedwetenschap niet anders dan inductief te werk gaan. Indien de theologie wetenschap wil wezen, moet zij daarom zichzelve radicaal herzien, de dogmatische methode geheel en al laten var ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 12
16met ziel en lichaam, met verstand en hart en alle krachten. God wil, dat de mensch Hem diene, niet alleen en zelfs niet in de eerste plaats met uitwendige handelingen en plechtigheden, maar vóór alle dingen met oprecht geloof, vaste hope en vurige liefde, met aanbidding in geest en in wa ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 33
37het kenmerk van alle ware wetenschap. Maar daarom kan het onderzoek nooit zuiver empirisch zijn. Met de inductieve gaat steeds in meerdere of mindere mate de deductieve methode gepaard. De wetenschappelijke onderzoeker opereert altijd, of hij wil of niet, met begrippen als ding en eigens ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 13
17zonder voorwaarde te onderwerpen heeft; deze is eenc deugd, die in den mensen zelf aan dien plicht beantwoordt en hem tot vervulling daarvan genegen en bekwaam maakt. Gelijk subject en object steeds aan elkander beantwoorden moeten, om op het uitgebreide veld van kennen en kunnen iets to ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 25
29 beide malen heeft deze scheiding geen vrede maar strijd gebracht en geloof en wetenschap steeds verder van elkander vervreemd. En het is gemakkelijk in te zien, dat het dualisme in den nieuweren tijd geen andere vruchten zal dragen. Immers is het duidelijk, dat de exegetische en historische va ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 14
18niet meer verstaat en doorziet, en de heerlijkheid des onverderfelijken Gods verandert in de gelijkenis eens beelds van inensch of van dier, van stof of van kracht. Maar de mensch is, schoon doodelijk krank, toch in die krankheid nog mensch en in zooverre ook nog een godsdienstig wezen g ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 34
38 het allen schijn, alsof de eisch van eene vage, religieuze gezindheid alleen de strekking heeft, oin aan elke besliste, positieve geloofsovertuiging bij de beoefening der godsdienstwetenschap het zwijgen op te leggen. Deze schijn wordt nog daardoor versterkt, dat het zoogenaamd gansch onpartij ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 15
19eene wijziging in de beschouwing van den godsdienst mede. Rationalisme en piëtisme bereidden deze in de achttiende eeuw reeds voor. Kant ondermijnde de oude voorstelling door zijne scherpzinnige critiek van het menschelijk kenvermogen en door de daarop gebouwde leer van de onkenbaarheid ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 26
30Wie echter in den godsdienst eene mystieke Godsopenbaring aanneemt, wie de religie niet voor eene illusie maar voor eene realiteit houdt, wie in de geschiedenis der godsdiensten een gestadigen vooruitgang opmerkt en in het Christendom den hoogsten godsdienst eert, dankt dit alles, hoe ve ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 16
20kern van eiken godsdienst uit. Zij is ééne en blijft zich gelijk onder alle verschil van godsdienstige voorstellingen en handelingen, die wisselen met den tijd en veranderen naar gelang van de omstandigheden. De verschillende godsdiensten zijn daarom ook niet in ware en valsche in te dee ...