Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 23
19 ontmoeting van tegenstrijdige praedicaten het dit doet loslaten, waarom het ging en inplaats daarvan de vraag stellen: wat is a, wat b, wat zijn de soortnamen zelf, die ter bepaling van dit worden aangediend? Wanneer men zegt, dat een conflict over soortelijke bepaaldheid een woordenstrijd is, ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 15
11 blijven vi^erkwoorden, al zijn zij niet, zooals zij volgens den regel moesten zijn. Dat elk anders kunnen of hebben kunnen of moeten zijn onbepaaldheid van het betreffende is en daarom onbevredigend voor ons kennen, hoeft in bovengenoemde redeneering niet te worden beseft. Er is een tevredenhe ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 31
27 dan de benoeming der datiefvormen met -i of -o. Deze deugdelijkheid ligt niet in de beteekenis van het woord dativus. De gevallen waarin een dativus in zinsverband met geven iets te maken heeft, zijn misschien niet talrijker dan die, waarin hij de uitgang-i heeft. De beteekenis van den term da ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 14
12grip de geheele bewuste activiteit van het taalgebruik is omvat. Het is goed zich in den geest van deze ideeën te verdiepen, want zij bergen een waarheidskern, die bescheiden maaRt. Dat wij, vooral waar het ons zelf aangaat, niet boven ons menschzijn kunnen zweven in de hoogte van het ab ...
Algemeene taalwetenschap en subjectiviteit - pagina 19
17rijRe mate biedt, neemt den geest der onderzoeRers geheel in beslag. Laatste, rad iRa Ie vragen treden bij dezen arbeid nog niet op. Het zijn veelal psychologen, sociologen of Rennistheoretici die zich hiermede bezig houden. Alle deze vragen raRen aan de grenzen der betroRRen wetenschap ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 26
22 reeds „ondergebracht". Voorts is dit eenmaal voorkomende in de taalkunde niet wat deze bedoelt, dat het in de taal is, daar in de taal van alles geldt, dat het maar eenmaal voorkomt en daarom de taal, buiten de taalkunde gedacht, het zuiver onbepaalde is. De taalkunde gaat niet in de taal zelf ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 17
13 o-stammen veelal begonnen zijn als aoristi, kunnen dan werkwoorden niet evenzeer als gebiedende wijs, als deelwoord, als optativus zijn ontsproten ? En wat beteekent het voor den imperatief, het deelwoord, den optatief, dat het met die werkwoorden zoo is toegegaan ? Vanuit deze vraagstelling h ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 16
12 beider oneenstemmigheid lag, aan het licht. De geleding in tijdsvormen blijkt geen toevoeging aan den werkwoordsstam, onafhankelijk van wat die stam is; zij is een eigenschap, die afhangt van wat ieder werkwoord aan tijdsaspecten uit zichzelf meebrengt; al wat werkwoord is, heeft dan ook niet ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 11
7 Nemen wij nu een geval, waarin synthetische be- a- hei Gcieksche schouwing voor de uitzondering, die den regel al weigerend °"^'P'9 meervoud steunt, iets beters in de plaats gaf. In het Grieksch hebben meervouden van naamwoorden meervouden van werkwoorden bij zich, met uitzondering van het onzi ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 24
20 b. Imperatief en Staat de verwantschap tusschen aanwijzend en onbepaald Infimttef. j^jj j ^ voornaamwoorden vast, dan hgt het voor de hand, haar analogie te zoeken bij die andere woordsoort, die een onbepaalden vorm heeft, het werkwoord. W a t kan hier het overeenkomstig pendant van de onbepaa ...