Aangaande mij en mijn huis
„BEPROEFT MIJ NTJ DAARIN!"Wat zijn wij toch dwaze, hardleersche, onwillige kinderen!Ja, ik bedoel het precies, zooals ik het neerschrijf. Niet: at zijn dat toch dwaze, hardleersche, onwillige kinderen, die kinderen van tegenwoordig, onze eigen kinderen ook! Honderden keeren kunnen w ...
Aangaande mij en mijn huis
„Ik heb hem van den Heere gebeden".Schandelijk was het zooals Peninna, door God rijkelijk met kinderen gezegend, zich gedroeg jegens Hanna, de kinderlooze; schandelijk en goddeloos. Want zoo goed als zij het kon weten, en het ook wist, dat haar kinderen een godsgeschenk waren, wist ze ook, ...
Aangaande mij en mijn huis
Het is een heilige taak der ouders, dat ze altijd en overal, waar ze hun kinderen bij zich hebben, tot hen en met hen zullen spreken de woorden van Gods Verbond: van Zijn trouw, van Zijn grootheid, van Zijn genade; van Zijn rijke beloften, van Zijn geboden, die niet zwaar zijn, en in het volbreng ...
Aangaande mij en mijn huis
St§l u voor, zoo'n Joodsch gezin, dat in gehoorzaamheid aan 's Heeren bevel, zich gereed maakt om ter viering van het Pascha, op te trekken naar Jeruzalem. Voor het eerst gaat hun jongen, die pas 12 jaar geworden is. mee. Hoe lang heeft hij daar al naar uitgezien. Mee te gaan naar die mooie, groo ...
Aangaande mij en mijn huis
Zoo zeiden ze de één tot den ander: „Wat is dit? "Het ligt in den aard van onze kinderen, dat ze naar alles en nog wat vragen. Men zegt wel eens: „Eén dwaze kan meer vragen, dan tien wijzen kunnen beantwoorden", — maar als we in plaats van „dwaze" lezen „kind", dan is het zeker waar. ...
Aangaande mij en mijn huis
Een vorig maal plaatsten we deze zelfde spreuk van Salomo als opschrift boven ons artikel. Alleen toen wezen we er op, hoe hierin indirect, een ernstige vermaning gericht werd tot de ouders, tot vader en moeder, om met geduld en wijsheid en liefde, hun kinderen het goede voor te houden — zooals h ...
Aangaande mij en mijn huis
Ook hier is weer de groote opvoeder aan het woord, die zich richt tot „zijn zoon". „Mijn zoon", aldus spreekt hij hem aan. Hij wil hem nu waarschuwen tegen de zonde, door hem het ernstige, afschuwelijke, vreeseUjke karakter der zonde klaar voor oogen te stellen.Een taak, die rust op eiken ...
Aangxuuide mij, en mijn huis
„Een valsch getuige, die leugenen blaast" Wat een monster van een mensch is dat; die nauwelijks den naam van mensch verdient; kind des duivels mocht hij liever heeten. Want liegen is een eigen werk van den duivel, den vader der leugen: die vfit zwart noemt en zwart wit; die zonde deugd noemt en d ...
Aangaande mij en mijn huis
„Naar de gewoonte".De gang van ons leven, ons doen en ons laten, al onze gedragingen, het wordt voor een lieel groot gedeelte bepaald door de gewoonten, welke heerschen in het milieu, waarin we verkeeren, bijzonder in het milieu waarin we zijn groot geworden en zeer bijzonder in het milieu ...
Aangaande mij en mijn huis
Het gaat hier over den vader. Een mensch als andere menschen, maar toch meer: een mensch met gezag bekleed, een gezagsdrager; een goddelijke gezagsdrager. En die ten bewijze daarvan de roede draagt, Zooals de overheid het zwaard draagt, en dat niet tevergeefs; Want zij is (3ods dienares, e ...