De Martelaren.
CCXXXIII. THOMAS WITLÉ. De dood van den vromen Eduard VI had den marteldood van menigen trouwen dienaar des Woords ten gevolge. Tot hun getal heeft ook de leeraar van Kirkby, in het graafschap Essex, behoord. Reeds eenigen tijd had T ...
Voor Kinderen.
BiJ GROOTMOEDER. III. Intusschen, »fijn" of niet, de oude vrouw was bij de kinderen hartelijk bemind. Walter zat, hoe woelig hij anders ook was, heel stil te luisteren als grootmoeder voorlas of vertelde, en Ellen zei soms als 't uit was: »Toe, grootmoe, vert ...
Uit de Pers.
De Toekomst onzer Theol. School., door Ds. A. Littooy., ^ zag. bij A. D. Littooy, te Middelburg, het licht, en geeft nogmaals deze bondige uiteenzetting van het bekende gevoelen.Mij is het nog nooit duidelijk geworden, dat de Kerken niet zelve mogen onderwijzen, datgene wat rechtstreeks no ...
Beroeping of Oproeping?
V (Slot). Staafc; alzoo de regel vast, 3, dat in den gewonen loop der dingen wie' Dienaar-des Woord zal worden, zich van kind af hierop voorbereidt, is hij genoegzaam geoefend zich door de kerken keuren laat, en na aldus gekeurd te zijn niet solliciteert, maar door ...
Rectorale Oratie.
Amsterdam, 5 Febr. 1897.Op 7 December jl. droeg de hoogleeraar M. Noordtzij het rectoraat van de School te Kampen aan zijn ambtgenoot Wielenga over.Hij deed dit met een uitvoerige rede die 53 bladzijden druks beslaat, een redevoering, die niet alleen een sprekenden titel voert, maar ...
Kerspel of Wijk?
V. Dat we stoffelijke bezwaren op dea voorgrond plaatsten, hoorde hier zoo, en was in het minst niet ongeestelijk, daar immers heel de quaestie, die we ter sprake brengen, louter uit stoffelijke oorzaken opkomt.Ware het doenlijk, heel de gemeente in ééa gebo ...
„Met sneeuwwater gewasschen”
Indien ik mij wassche met sneeuwwater, en mijne handen zuivere met zeep, dan zult gij mij in de gracht induiken, en mijne kleederen zullen van mij gruwen. Job 9:30, 31. Joh is niet ieders keurstaf.Niet als zouden de meesten, aan Job bij het Schriitlezen toeg ...
Van de gemeene Gratie.
TWEEDE STUK. XIX. Zij is gevallen, zij is gevallen, het groote Babyion, en is geworden een woonstede der duivelen. Openb. 18:2.De tmensck der zonde" is iets anders dan de Duivel in eigen persoon. Met het optreden van Satan ^^^ ...