Nieuw-Testamentische exegese - pagina 46
47 10) V g l . Kuyper, E n e . III, bl. 46 en mijn artikel G e r e f . T i j d s e h r . , X I I , bl. 184. ) Kuyper, E n e . III, bl. 55: „Klaar als de dag is thans „het inzicht, dat de basis van het Schriftgeloof niet in de resultaten van eenig intellectueel onderzoek, maar alleen in het ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 13
12wijsbegeerte gemaakt, kon deze centrale positie slechts handhaven, door de antinomie tusschen natuur en vrijheid, wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal in zich op te nemen en de Wissenschaftslehre, waarin Fichte de identiteit van wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal wilde fundeeren, k ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 45
44grens voor alle wetenschappelijk begrijpen en dit inzicht zou dan ook een "oplossing" van het probleem zijn 10). Maar dit is een sceptische "Resignation", waarmede geen enkel rechtzinnig Kantiaan, ja geen enkel wetenschappelijk denkend mensch vrede kan hebben. Want het stellen van een in ...
Nieuw-Testamentische exegese - pagina 52
53 wonderen, dat ik werkelijk de eenige niet ben, die zoo oordeelt. Van Veldhuizens T a a l e i g e n gaat van dezelfde gedachte uit als mijn grammatica. E n wat De Zwaan over Preuschen schrijft, is niet geheel juist, men zie slechts de aanhaling uit het L i t e r a t u r - B e r i c h t f ü r T ...
Over de ontwikkelingsgang der chemische analyse - pagina 5
as uit hout bij de verbranding opvatten als een soort transmutatie. Evenwel — de experimentele weg had men ingeslagen; de zin voor'het onderzoek der gegeven werkelijkheid werd steeds sterker en toen omstreeks het midden der zeventiende eeuw de medici van hun overschatting der chemie terugkwamen, ...
Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 29
31 is van den laten oorsprong der Messiaansche profetie niet meer zoo onvoorwaardelijk overtuigd. Een eenigszins ander standpunt wordtingenomen door Sellin, Der alttestamentliche Prophetismus, Leipzig 1912, bldz. 105-193 en Barton, The Religion of Israel, New-York 1918, bldz. 103 v. v., die de Me ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 32
31tot de schepping van de natuur in de natuurwetenschap. Toch wil ook hij nog het recht als een souvereine sfeer handhaven, zij 't al als souvereine sfeer in de zijnswereld. In een vroegere periode (zijn tweede ontwikkelingsphase) brak Sander, gestimuleerd door het functionalistisch contin ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 66
65 leerstuk blijft als een onmogelijke abstractie, een innerlijke antinomie niet slechts voor ons denken, maar ook voor ons gelooven liggen. De wetsidee doordringt op die wijze de souvereiniteit in eigen kring, dat zij in iederen wetskring den voor de rede in logischen zin onbegrijpelijken samenh ...
Israëlitische Oudheidkunde en Archaeologia Sacra - pagina 31
32 zamenlijkals „vrijheidsmunten" qualificeert. Deze opschriftenontbreken echter op de heele en halve sikkelen, wat zeer moeilijk te begrijpen zou zijn in den eersten opstand. Maar het verklaart zich gereedelijk wanneer men de sikkelen plaatst onder Simon Maccabaeus, metdien ...
Strafbaarstelling van aanvalsoorlog - pagina 23
21 rechtspraak, ten aanZlÎen van de executie van de uitspraa:kj die sOll'vereiniteit is de -g rondslag van de uitsluiting ValIl elke vreemde gezagsuitoefeninlg binnen het rgrondgebied van een staat. Die souvereiniteit staat tegenwoordig bij meer dan één school in slechten reuk. Maar of de veroord ...