Augustinus' werk over de christelijke wetenschap - pagina 10
Christen, een dankbaar gebruik maken van wat de heidensche wetenschap hun had geboden ) . W a t betreft den uiterlijken vorm, waarin men zijn geschriften giet, is er een schijn van reactie tegen de rhetoriseerende richting: immers men gaat zich beroemen op zijn eenvoudigen stijl. Sidonius karakte ...
Barthianisme en katholicisme - pagina 24
zullen laten rusten Barths bespreking van de vraag of niet het feitelijk bestaan der natuurlijke theologie alle bestrijding zinloos maakt 62), of de natuurlijke theologie niet paedagogisch noodzakelijk is om het gesprek gaande te houden met den mensch, die nog buiten het evangelie staat 63) . We ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 7
6 strijdparool van de souvereiniteit der natuurlijke rede noodwendig in zichzelve verdeeld en verscheurd. Want de krijgslustige leuze van de redesouvereiniteit, het parool van de onverwinlijke methodische kracht van het denken, ontving zijn krachtigste impulsen uit een geheel irrationeele drijfve ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 22
21 differentieering der Urkraft verklaart, waarbij de individuen en vervolgens de sociale groepen, waarin zij zich begeven, uitsluitend door hun inhaerente interesse naar een voor hun ontwikkeling voordeeligste stofwisseling streven, en daarbij alles in den socialen kamp afstooten en te vernietig ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 49
48 Alleen de philosophische geldingsleer kan het probleem tot oplossing brengen. Niet de natuurrechtsleer, die absolute rechtsdoeleinden opstelt, want deze moet noodwendig een antinomie tusschen natuurrecht en positief recht scheppen. Neen, curieus genoeg, is het juist het relativisme, dat volgen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 78
77 zult zijn. Ik vraag uw liefde, uw onstuimig hart, voor de groote taa'k, die ons te wachten staat. Met vertrouwen kom ik tot u, gij zult mij niet te leur stellen. Want het ideaal, dat mijn gansche ziel vervult, het 100ft ook in u: onze wetenschap te doordringen, geheel en al, met den geest onze ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 18
17onaantastbare wetmatigheden 3) meent te hebben ontdekt, eischt de rechtswetenschap voor zich op. De modernistische "Freirechtsschule", die zij 't al langs verschillende weg-en op v. Ihering's en Adickes' voetspoor, de scholastische Begriffsjurisprudenz door een Interessenjurisprudenz naa ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 6
9dienen heeft als een slaaf zijn' m e e s t e r ; en waaraan het hulde moet brengen, wijl het voeren van den scepter, bij von Halier nog slechts een gevolg van eigen rijkdom en anderer nood, veeleer aanwijzing zijnvanhetals van hoofd.bezit derzoude ...
Het mystiek-religieuze element in de Grieksche philologie - pagina 24
25heerschend logische grooti s ; endatopvattingdeelopa l z o o de a b s t r a c tdierARISTOTELESmale onhoudbaarphysisch-p h i l o s o p h i e , die voor s t e u n t , 90) t e neene e n en-is. ...
Marnix' Byencorf - pagina 86
84 Aux Ministres de lace flest pasd' honneur. Et à dire la verité, quel moyen y ha il entre vous de rendre la chair subiecte à I' esprit, quand vous hayez à mort les prieres, ieusnes, et abstinences, qui viennent à la mortifier ? et vous semble que Dieu vous doibt de retour, quand V ...