De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 22
21 differentieering der Urkraft verklaart, waarbij de individuen en vervolgens de sociale groepen, waarin zij zich begeven, uitsluitend door hun inhaerente interesse naar een voor hun ontwikkeling voordeeligste stofwisseling streven, en daarbij alles in den socialen kamp afstooten en te vernietig ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 49
48 Alleen de philosophische geldingsleer kan het probleem tot oplossing brengen. Niet de natuurrechtsleer, die absolute rechtsdoeleinden opstelt, want deze moet noodwendig een antinomie tusschen natuurrecht en positief recht scheppen. Neen, curieus genoeg, is het juist het relativisme, dat volgen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 78
77 zult zijn. Ik vraag uw liefde, uw onstuimig hart, voor de groote taa'k, die ons te wachten staat. Met vertrouwen kom ik tot u, gij zult mij niet te leur stellen. Want het ideaal, dat mijn gansche ziel vervult, het 100ft ook in u: onze wetenschap te doordringen, geheel en al, met den geest onze ...
Nieuw-Testamentische exegese - pagina 52
53 wonderen, dat ik werkelijk de eenige niet ben, die zoo oordeelt. Van Veldhuizens T a a l e i g e n gaat van dezelfde gedachte uit als mijn grammatica. E n wat De Zwaan over Preuschen schrijft, is niet geheel juist, men zie slechts de aanhaling uit het L i t e r a t u r - B e r i c h t f ü r T ...
Over de ontwikkelingsgang der chemische analyse - pagina 5
as uit hout bij de verbranding opvatten als een soort transmutatie. Evenwel — de experimentele weg had men ingeslagen; de zin voor'het onderzoek der gegeven werkelijkheid werd steeds sterker en toen omstreeks het midden der zeventiende eeuw de medici van hun overschatting der chemie terugkwamen, ...
Tij-kentering in de Oud-Testamentische wetenschap - pagina 29
31 is van den laten oorsprong der Messiaansche profetie niet meer zoo onvoorwaardelijk overtuigd. Een eenigszins ander standpunt wordtingenomen door Sellin, Der alttestamentliche Prophetismus, Leipzig 1912, bldz. 105-193 en Barton, The Religion of Israel, New-York 1918, bldz. 103 v. v., die de Me ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 32
31tot de schepping van de natuur in de natuurwetenschap. Toch wil ook hij nog het recht als een souvereine sfeer handhaven, zij 't al als souvereine sfeer in de zijnswereld. In een vroegere periode (zijn tweede ontwikkelingsphase) brak Sander, gestimuleerd door het functionalistisch contin ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 66
65 leerstuk blijft als een onmogelijke abstractie, een innerlijke antinomie niet slechts voor ons denken, maar ook voor ons gelooven liggen. De wetsidee doordringt op die wijze de souvereiniteit in eigen kring, dat zij in iederen wetskring den voor de rede in logischen zin onbegrijpelijken samenh ...
Nieuw-Testamentische exegese - pagina 46
47 10) V g l . Kuyper, E n e . III, bl. 46 en mijn artikel G e r e f . T i j d s e h r . , X I I , bl. 184. ) Kuyper, E n e . III, bl. 55: „Klaar als de dag is thans „het inzicht, dat de basis van het Schriftgeloof niet in de resultaten van eenig intellectueel onderzoek, maar alleen in het ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 13
12wijsbegeerte gemaakt, kon deze centrale positie slechts handhaven, door de antinomie tusschen natuur en vrijheid, wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal in zich op te nemen en de Wissenschaftslehre, waarin Fichte de identiteit van wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal wilde fundeeren, k ...