De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 30
29 van het denken worden gehandhaafd. De analyse zal dus aan het licht moeten brengen, dat Kelsen's rechtssouvereiniteit inderdaad de vernietiging van het souverein karakter der rechtsorde beteekent. Niet het recht, maar de mathematische logica zal de ware souvereine blijken te zijn. Opnieuw zal ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 30
SS weren van alle staatsie als bewijs, of ook slechts als eisch, van Christelijken eenvoud gelden, zelfs zouden wij, wel verre van het wierook vat des lofs te zwaaien voor den burgerkoning, die allen luister uit zijneomgevingarmenzochtteuitgaf, hem eerba ...
Wijdingsrede bij de opening der Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag - pagina 30
32 glaubens aufstecken musz! Soli der Knoten der Geschichte so auseinandergehen, das Christenthum ruit der Barbarei und die Wi enschaft ruit dem Unglauben?" (4) 1 Sam. 133 vvo(5) 1 Sam. 142L(6) "Het was namelijk Rome's roeping geweest onder de verspreide en de door afk ...
Over het hoogste gezag - pagina 30
31 kerkelijke belijdenis! Herstel van vroegere staatsrech telijke toestanden wordt door weinige Christenen be doeld of begeerd, en de vrees van velen voor eene toepassing van het tweede deel van art. 36 onzer Belij denis, betreffende de handhaving van den Heiligen kerkedienst (46), in den gees ...
Het doel en de inrichting van hospitiën - pagina 30
32 door al te libertijnschen geest, of in kloosterachtige oeconomie, lhunne «alumni» als «scholares vagantes» ) zagen verloopen. Datalle orde in totale wanorde,en zelfs oproeromging(bijv. aan 't Leidsche hospitium, treuriger gedachtenis!). Doch daaraan hadden èn ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 30
32 toekwam. Ten einde aan deze behoefte, die zich steeds sterker gevoelen deed, tegemoet te komen, werd dan aan zulke staatsdeelen, waar en voor zoover de lex die ze in het leven riep zulks toeliet, als toevoegsel rechts persoonlijkheid toegekend ten opzichte van hun vermogen, d. i. in dien krin ...
De beteekenis van het leerstuk der oorspronkelijke gerechtigheid voor de godgeleerde zedekunde - pagina 30
32 w e t e n s c h a p ons n i m m e r „ d i e hohe, die h i m m l i s c h e G ö t t i n " en e v e n m i n „ e i n e t ü c h t i g e K u h , die mit B u t t e r v e r s o r g t " , maar het k o s t e lijk i n s t r u m e n t w a a r d o o r het een m e n s c h e n k i n d g e g u n d i s , d o o ...
Het gereformeerde beginsel en de kerkgeschiedenis - pagina 30
29 En nu zegge men niet, dat dit uitgangspunt voor de beoeening der Kerkhistorie geen verschil maakt, want de historio~raphie der Kerkgeschiedenis legt getuigenis af, dat mct dit ütgangspunt de hi toria EccJesiae Dei staat of val 7 Wanneer niet Gods Woord maar de philosophie het eigenijke wezen d ...
Godsdienst en godgeleerdheid - pagina 30
34 in dem Verkehr der Christen untereinander verwertet werden kann." Ze wordt ten slotte niet veel meer dan een collegium pietatis, dat een persoonlijk karakter draagt, op wetenschappelijkheid geen aanspraak maakt en naast de andere colleges, die de kennis vermeerderen, tot stichting en tot kweek ...
Het object der ambtelijke vakken - pagina 30
35historie van de poorten van het paradijs tot 's Heeren wederkomst toe. Hoe rijzen zij voor onzen geest op, de verschillende ambten en diensten, sommigen voor een tijd, anderen voor goed in de gemeente verordend, als wij de Schrift in dit stuk onderzoeken gaan. Eerst de muñera extraordina ...