"Aesthetisch" of "puriteinsch"? - pagina 16
godsdienstig g e v o e l , vrijheidszucht o f z e l f v e r w e e r ; h o e plomp, h o e plat, h o e g e e s t e l o o s en lasterend hij m o g e spreken, er is altijd nog v e r o n t schuldiging en lof. Krijgt hij scherp o f g r o f bescheid, dan w o r d t de o n v e r d r a a g z a a m h e i d ...
Berekening of constructie - pagina 16
is of het kind zelf werkzaam wordt , is de leerstof zelf het doel : men wil inhoud geven aan den geest van het kind . Ginds een paedagogisch functionalisme, hier, naar de benoeming van L i t t, een didactisch materialisme. 1) Dat er pogingen zouden worden gedaan, om een oplossing van de tegenstel ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 16
15zelfstandigheid en zuiverheid onzer Calvinistische wetenschap, doordringen tot die wetsidee, waarin de diepste tendenzen, de innerlijkste roerselen van de humanistische levens- en wereldbeschouwing trots alle schijnbaar onoverbrugbaar verschil in de nadere conceptie, als 't ware in één k ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 16
15den syllogismus. Deze leidt, krachtens den subsumeerenden aard der praemissen weer tot een conclusie van denzelfden vorm en van dezelfde zgn. metaphysische kracht. Niet zonder opzet stond 'k zoo breed juist bij deze logica stil: ze wordt nog steeds in breeden kring aanvaard. En lang niet ...
Het goddelijk karakter van het recht - pagina 16
19 men toch dit heeft gevraagd, dat zoo zich in het eerste eene leemte voordeed, althans in dat geval het natuurrecht van kracht zoude wezen, gelijk dan ook door de Oostenrijksche wetgeving inderdaad aan hetnatuurrechtdebeleekenisvansubsidiair recht is toegekend ...
Wijdingsrede bij de opening der Vrije Universiteit op gereformeerden grondslag - pagina 16
18 van de we tgeving, die niet alleen over onze beurs, maar ook over ons lichaam, onzen zondag, ons kind en naarmate zij zich met minder terughouding in dienst van het ongeloot komt te stellen, ook over ons geweten beschikt j van de openbare meening, die, in zekeren zin, nog boven de wetgeving st ...
Over het hoogste gezag - pagina 16
47 zedelijk gebied. Over de vraag óf er onomstootelijke, vaste wetten zijn, die als openbaringen van hooger orde ons door God zeiven zijn meegedeeld, kan verschil van gevoelen bestaan. Zij die door ervaring of op andere wijze weten dat er zulke wetten zijn, staan daar tegen over evenals de natuu ...
Het doel en de inrichting van hospitiën - pagina 16
18 ken; van het «residuum omnium et singulorum bonorum pro inhabitatione et alimonia» ' ) . Zelfs wordt ons verhaald van een geschonken hospitium «quod in partibus intermediis hortos, prata, agros, latumia habet; scaturigines fontium in montis 2lateribus s u n t ; lepusculi in ipso capiunt ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 16
I.Sschepper van het recht erkent en dus het recht eene schep ping noemt van de uit den aard der zaak onfeilbare wet. Waar wij in den Staat zien een organisme, allengs, vaak eerst na een eeuwenlange ontwikkeling ontstaan, daar is het logisch onmogelijk dat familie en gemeente, die lang vóó ...