Marnix' Byencorf - pagina 12
10 met hoogere en laepre edelen en consistoriën; hij was de aangewezen bemiddelaar. Bij het Compromis en Smeekschrift speelde hij - naar eigen getuigenis - een rol naar vermogen. 23) En in 1567 verscheen zijn Vraye Narration et Apologie des choses passées, par ceux qui font profession de la relig ...
Marnix' Byencorf - pagina 13
11Het volk draagt hij warme liefde toe; zijn taal en zijn leven kent hij door en door, hun lectuur, hun sprookjes, hun vermaken. En hoe hij hun nooden op het hart draagt, getuigen het Wilhelmus, de Apologiëen van 1566, de "Trouwe Vermaninghe" aan de achtergebleven geloovigen in Zuid-Nederl ...
Marnix' Byencorf - pagina 15
13tijd zou hebben verzameld. Wij weten uit een brief aan Beza van 1566, dat hij zich reeds in zijn rustigsten tijd, vóór 1566, met theologische studiën bezighield. 4b) Zijil veel latere werk Tegen de Oeesfdrijvisclze Leere berust daar waarschijnlijk op. \(1) De Apologieën van 1566 wijzen o ...
Marnix' Byencorf - pagina 14
12 Il.I.,~,Zoo is Marnix, ook al, wanneer hij in 1568, balling 's lands, arm en berooid, in Emden gastvrijheid vindt; 115) -het hart vervuld met zorg en medelijden over zijn geloofsgenooten, die achtergebleven, weerloos zijn overgeleverd aan Duc d' Alba, inquisitie en nieuwe ...
Marnix' Byencorf - pagina 16
14de Engelsche en Schotsche met Skelton, Lindsay, Buchanan, Barclay; de Duitsche met Brant, Murner, Fischart; alle toonen een zelfden drang. Katholieken, Lutheranen, Calvinisten, Libertijnen, iedere partij bedient zich van dit literatuur-genre. Het was geen tijd, waarin men op een goudscha ...
Marnix' Byencorf - pagina 17
15De compositie van Marnix' boek is voortreffelijk, want zij past uitnemend op het viervoudig bedoelen: Hervet te woord te staan 59); de Leuvensche doctoren en hun aanhang te hekelen; de Roomsche dwaalleer scherp en volledig voor het volk ten toon te stellen; de gezuiverde religie daarente ...
Marnix' Byencorf - pagina 18
16het vyer insteken ende verbranden d' eenen hoop met den anderen. Ende dan waer het al uyt ghedisputeert!" Mààr - het tweede stuk - met de Schrift is ook alles, dèsnoods, te bewijzen, mits men de verschillende methoden van uitlegging maar vast heeft. Wie het niet gelooft, wordt "tot assch ...
Marnix' Byencorf - pagina 19
17 door te weinig historischen zin of uit afkeer van den godsdienstigen inhoud. Slag op slag worden wij verrast door woord, uitdrukking, spreuk, gedachtenwending; door overgangen van stijl en stemming. Een ernstig bewijs struikelt over een enkel, als zonder erg ontvallen, familiaar woord. Een spo ...
Marnix' Byencorf - pagina 20
18 AI had Marnix het nooit elders gezegd of getoond, zijn liefde voor onze taal blijkt hier klaar. Hoe kómt hij aan zulk een kennis van de levende volkstaal? De Duitschers hebben van vele hunner schrijvers beeldspraak en verder taalgebruik zorgvuldig onderzocht. Bij ons is daarmee nog zelfs geen ...
Marnix' Byencorf - pagina 21
19als overgangstijd zoo gewichtig, begon pas laat de aandacht der taalgeleerden te trekken. 74) lILEen der voornaamste vragen in de literatuurgeschiedenis betreft altijd de oorspronkelijkheid. Vooral wij Nederlanders zien scherp toe; meermalen werd vreemde oorsprong verondersteld, z ...