De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 17
16de vaststelling der wetsgrenzen al evenmin competent. Het kan in de z.g. geesteswetenschappen niet anders dan verwarring stichten, door alle waarden, die in zichzelve niet in overeenstemming zijn met de idee der souvereine persoonlijkheid te relativeeren en daarmede als absolute waarden ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 18
17onaantastbare wetmatigheden 3) meent te hebben ontdekt, eischt de rechtswetenschap voor zich op. De modernistische "Freirechtsschule", die zij 't al langs verschillende weg-en op v. Ihering's en Adickes' voetspoor, de scholastische Begriffsjurisprudenz door een Interessenjurisprudenz naa ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 19
18In de dogmatiek van het privaatrecht heeft men de wilsleer, zoolang zij onder v. Savigny's invloed de heerschende was, ondanks al haar innerlijke tegenstrijdigheden, wel met behulp van ficties en restricties weten pasklaar te maken voor de juridische constructie; maar overal, waar het ju ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 20
19 Toch blijkt deze methodenverwarring reeds dadelijk minder onschuldig, wanneer uit de theoretische misgrepen practische conclusies worden getrokken. Het moet toch als een inderdaad gevaarlijke inbreuk van de psychologie op het rechtsterrein worden beschouwd, wanneer Zitelmann de beslissing over ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 21
20wetsidee, dat de eenheid van alle wetten postuleert, in de eenheid eener den geheelen kosmos omvattende universeele natuurwet. Ratzenhofer, de beroemde schrijver van Wesen und Zweck der Politik (1893), die sociologie en politiek op een zuiver positief-wetenschappelijke basis meende te gr ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 22
21 differentieering der Urkraft verklaart, waarbij de individuen en vervolgens de sociale groepen, waarin zij zich begeven, uitsluitend door hun inhaerente interesse naar een voor hun ontwikkeling voordeeligste stofwisseling streven, en daarbij alles in den socialen kamp afstooten en te vernietig ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 23
22 verrassende wijze de principiëele antinomie in de humanistische wetsidee tusschen wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal in het licht stelt. Het eerste argument is dat van de symptomatische beteekenis van het delict. Eerst de daad zou de conclusie wettigen, dat de sociale gevaarlijkheid, de an ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 24
23 alleen door het denken geschapen. "Die Erzeugung selbst ist das Erzeugnis" (Cohen). Tegenover Kant's begrenzing van de verstandscategorieën op de aanschouwing wordt Leibniz' gedachte van de scheppende continuïteit van het denken aanvaard 2), diens functiebegrip gereinigd van de metaphysische b ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 26
25 normatieven oordeelsvorm, het wordt eerst in het oordeel der transcendentale logica geschapen. Het is geen imperatief in den vorm "Ou solist", het richt zich dus tot niemand (heeft geen "Adressat") 8), het drukt geen wil uit in psychologischen zin, het is een bloot objectief-theoretisch "solle ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 25
24 allereerst hare gebiedsgrenzen te zuiveren van naturalistische elementen en voorts in een noodwendigen continuen samenhang van zuivere, functioneele begrippen het rechtssysteem te scheppen. Werd het dingbegrip, het Substanzbegrip in Aristotelischen zin, door de Marburgers uit alle schuilhoeken ...