Leemten in de wet - pagina 9
11 2 1kennis. Zonder uitlegging geen rechtskennis ) . Want het wetboek of de overtuiging zijn slechts „teekens", symbolen of bewustzijns verschijnselen, die een beteekenis (resp. inhoud) hebben. Soms is deze beteekenis zeer gemakkelijk vast te stellen, ja, het geschiedt bijna onbewust. Di ...
Leemten in de wet - pagina 24
26 op den inhoud als zoodanig, dat is de transcendentaal-logische methode. Alleen met deze laatste hebben wij hier te doen. Het begrip „transcendentaal" staat in nauw verband met dat van „apriori", dat eveneens weer psychologisch en logisch kan worden opgevat. Ook hier hebben we alleen met de log ...
Leemten in de wet - pagina 10
12 dige wereldbeschouwing2*), ook in die gevallen, waarin wij ons vandit verband met deze wereldbeschouwing niet bewust zijn. Daarom is een objectieve, „eindeutige" beslissing een toevalligheid. Wellicht voert men tegen deze voorafgaande beschouwingen aan, dat de mogelijkheid ...
Leemten in de wet - pagina 11
13 stelling, waarvan wij zijn uitgegaan, n.1. dat er alleen vrijheid voor den rechter bestaat, als de wet deze den rechter met zoovele woorden verleent, is onhoudbaar ) . 2 7Een ruimte, die opzettelijk vrij gelaten is, onderscheidt zich als ruimte in niets van zulk een, die niet-opzettelij ...
Leemten in de wet - pagina 25
27 10) Want deze mogelijkheid van een disharmonie tusschen het positieve recht en de rechtsidee, ja, deze „Zwiespalt ist unausweislich, es wird sein solange es Menschen gibt", S t a m m l e r , Die Theorie der Rechtswissen schaft, blz. 750. 11) Hier is vooral van belang diens opstel in „die Oest ...
Leemten in de wet - pagina 12
1180paalde handeling, toestand, gebeurtenis, dient te worden verbonden ). Hoe nu over deze leemten te oordeelen? Het bestaan en de denkbaarheid van deze leemten moet, meeneh wij, kortweg worden ontkend. Wij gaan er thans toe over de gronden uiteen te zetten, waarop ons oordeel rust. ...
Leemten in de wet - pagina 13
15 Zal nu toch de wet, ofschoon de wetgever aan zulke verschijnselen niet heeft gedacht, geacht moeten worden deze nieuwe verschijnselen te regelen? ) . 8 1Deze redeneering schijnt zeer plausibel. Desniettemin is ze onjuist. De voorstelling van een recht naast de wet is logisch onhoudbaar, ...
Leemten in de wet - pagina 26
28 18) Vele juiste opmerkingen hierover gaf o. m. d è r M o u w in het Tijdschrift voor Wijsbegeerte. Van belang in dit verband zijn ook diens Kritische Studien 1906 . Zie voorts A d i c k e s : Charakter und Weltanschauung, 1907 en het Sammelwerk „Weltanschauung", 1911. v19) Hierop heeft ...
Leemten in de wet - pagina 14
16 of het andere „bronnen" naast zich dulden zal, wordt volstrekt niet algemeen toegestemd. Integendeel betwist men aan de wet deze bevoegdheid. Drieërlei standpunt laat zich hier denken. Men kan vooreerst aannemen, „nu", zooals men zich veel uitdrukt, „eenmaal meerdere rechtsbronnen bestaan" en ...
Leemten in de wet - pagina 15
17veeleer een boedelscheiding en grensregeling behoort plaats te grijpen. W a t den voorrang bezit, bepaalt, zoo meent men, niet de werkelijkheid, maar de waarde der bepalingen. Geelt men zich echter rekenschap van de verrichting van den geest, die bij zulk een boedelscheiding logisch moet ...