Gereformeerde Apologetiek - pagina 11
13 lijkheid, dat het getij onverwachts ten onzen gunste kenteren zal, mag vanzelf niet uitgeschakeld. Maar het zou onverantwoordelijk zijn daarop te bouwen. De waarschijnlijkheid wijst in andere richting. Veiliger en voorzichtiger moet het geacht ons voor te bereiden op een situatie, die gelijkt ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 24
26 geestelijke inzinking der reformatie op het eind der 17de eeuw moet mede op zijn rekening gesteld. Wat T R O E L T S C H den naam geeft van Neuprotestantismus duidt slechts aan de overwinning van het humanisme op de reformatie. ) Deze nieuwe beweging kenmerkte zich toch door de emancipatie van ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 12
14 doen met een weloverwogen plan. KUYPER gaf daarvan openlijk rekenschap. „Nooit," zoo schreef hij, „heb ik de apologetiek op den voorgrond gesteld Toen ik in 1868, uit mijn lief Gel dersen dorp gekomen, te Utrecht voor het eerst met onze groote apologeten kennis maakte, viel de positie, die ze ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 33
35 belijdenden, meest soteriologischen vorm wordt geboden eerst om te zetten in metafysischen vorm, in een beginselenleer om te gieten. Maar dreigt zoo weer niet gevaar de apologetiek en in haar de theologie cijnsbaar te maken aan de filosofie? Want noodzakelijkerwijze wordt dan ook het verdere d ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 13
15 Het zijn vooral de apologetiek en het practische leven Met het oog op de bestrijdingen, waaraan het Christendom van den kant der evolutie, der godsdienstgeschiedenis en der historische kritiek blootstond, moesten de studenten vooral in de apologetiek onderwezen worden. Dat was de eisch des tij ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 25
27 jegens de menschheid in haar geheel. Niet ten onrechte ziet T R O E L T S C H hierin een „Zerbrechung der europäischen Humanitäts idee." ) Deze kon ook niet worden voorkomen. „Wat van den hoogen God afvalt, moet vallen." Maar de vraag laat zich niet onderdrukken of de geschiedenis niet een an ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 14
16dit deel der dogmatologie onze krachten te wijden. BAVINCK toch vulde zijn vroegere opinie aldus a a n : „De apologetiek had ten allen tijde recht van bestaan en behoudt dat ook in den tegenwoordigen tijd; zelfs is haar thans meer dan ooit een belangrijke taak toebetrouwd." ) Niet luide ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 34
36 Het beinvloedt zelfs zijn gedachtegang in niet geringe mate. Maar toch is voor hem het „irrationale" het diepst innerlijke, het heilige dat in alle religies leeft. Hij vindt het uitnemend, wanneer men aan God verschillende eigenschappen, praedicaten, toekent. Door die praedicaten, welke klare ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 15
17 encyclopedische plaats in de theologie. Wie niet de aangeboren mentaliteit heeft van den man, die Mit gierger Hand nach Schätzen gräbt Und froh ist, wenn er Regenwürmer findet, kan zich over de teleurstellingen, welke hij hier opdoet niet zoo dadelijk troosten. De geschiedenis der apologetiek ...
Gereformeerde Apologetiek - pagina 26
28 een aktueele kwestie, aan een bijzondere gelegenheid. Arbeidt zij met wetenschappelijke middelen, zoo werpt ze zich toch steeds op een bepaald onderdeel van eenige wetenschap. De apologetiek daarentegen is een zelfstandig vak van wetenschap. Zij heeft niet de aanleiding van de een of andere ge ...