De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 44
43 in dit rijk een nieuw wetenschapsbegrip als dam tegen het universeelmathematische fundeeren. Maar hoe zal, waar de persoonlijkheid zich niet onder wetten wil buigen, dit fundament iets anders kunnen zijn dan drijfzand, dat bij den eersten vluchtigen indruk van den voet terugwijkt? Radbruch hee ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 45
44grens voor alle wetenschappelijk begrijpen en dit inzicht zou dan ook een "oplossing" van het probleem zijn 10). Maar dit is een sceptische "Resignation", waarmede geen enkel rechtzinnig Kantiaan, ja geen enkel wetenschappelijk denkend mensch vrede kan hebben. Want het stellen van een in ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 46
45 zij niet in staat is zelve draagster van een absolute waarde te zijn, toch de waarde van een middel tot haar verwerkelijking te verleenen. Een tweevoudig materiaal kan aan de verwerkelijking dier hoogste waarden dienstbaar worden, natuurkrachten en menschelijke krachten, zaken en personen, kap ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 47
46 nimmer te bewijzen hypothese van het primaat van de persoonlijkheidswaarde in het systeem der waarden. Kelsen, die het wetenschapsideaal liet primeeren, kon van uit dit standpunt het subjectieve recht niet redden 17). Wetenschappelijk kan geen rechter beslissen aan welke zijde het gelijk is. R ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 48
47 Bij dergelijke indirecte zedelijke plichten onderwerpt zich de persoonlijkheid inderdaad aan een vreemden wetgever. Zij zelve stempelt weliswaar de gerechtigheid tot zedelijke taak, maar de vaststelling van den inhoud dezer goederen laat zij aan een andere instantie over, aan de wetgeving, aan ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 49
48 Alleen de philosophische geldingsleer kan het probleem tot oplossing brengen. Niet de natuurrechtsleer, die absolute rechtsdoeleinden opstelt, want deze moet noodwendig een antinomie tusschen natuurrecht en positief recht scheppen. Neen, curieus genoeg, is het juist het relativisme, dat volgen ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 51
50 Deze "wertbeziehende" rechtsbesch ouwing is die van de rechtsdogmatiek. Naar zijn zin nu is de imperatief niet van een norm te onderscheiden. Men kan immers de imperatief niet anders definieeren dan als een willen, dat een zoo behooren tot inhoud heeft (sic I). Welnu, de rechtsdogmatiek abstra ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 50
49rechtszekerheid moet dan in ieder geval afzonderlijk worden uitgemaakt, aan welk vanl beide de voorrang toekomt. M. a. w. ook de rechtszekerheid, die als rechtsdoel het recht tegen het relativisme moest beschermen, wordt tenslotte gerelativeerd en daarmede is de antinomie weer tot hare o ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 52
51 linie een hybridisch onding, een ware haard van antinomieën, die uit de oer-antinomie der humanistische wetsidee, het onverzoende conflict tusschen wetenschaps- en persoonlijkheidsideaal gevoed wordt.* * * 4. Het transpersonalistisch type. De herleving van het objectiefidealisme in de r ...
De beteekenis der wetsidee voor rechtswetenschap en rechtsphilosophie - pagina 53
52 en empirisch materiaal bestaat, maar geheel en al tot het rijk der vrijheid, het rijk van het gelden, van de rede, van den geest behoort. De cultuurwereld, waartoe ook het récht behoort, is dus de werkelijkheid, voorzoover zij als onderworpen gedacht wordt aan zekere apriorische wetten of beoo ...