Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 27
26 anders dan in verband met den grond van z'n' heilsverwachting, met God: " Geloof in God" is dan ook iets anders dan: "geloof, dat Hij bestaat", al is natuurlijk het tweede bij het eerste ondersteld, zal dit althans niet tot den rang van autosuggestie worden verlaagd. Oe/ooven} dat duidt in eer ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 29
28 Het eerste gevolg was natuurlijk,. dat de waarde van laatstgenoemde wetenschap schromelijk werd overschat, wat ze straks dubbel moest boeten. Want toen ontdekt werd, dat ze meer dan wetenschap wilde zijn, stond ze bloot aan gerechtvaardigde critiek van hen die het om het echte geloof en niet m ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 30
29 waarachtigheid van den mededeeler vertrouwd. Beide staan dan ook in onlosmakelijk verband: waarachtigheid is iets anders dan waarheidsliefde: het is een gebonden zijn aan de waarheid, een momenteel of eeuwig niet kunnen spreken van eenige onwaarheid. Nu zijn "zich inspannen" en "aanvaarden" op ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 31
30 zich te verhouden als de geest der Heilige Schrift tot dien der Aristotelische lectuur. Zoo viel het betrekkelijk licht uit te maken wat van den inhoud der eerste door de rede kon gevonden: daartoe behoorde alles wat de Grieksche wijsgeer gaf en waarvan de Bijbel zweeg. Sprak omgekeerd de Heil ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 32
31 vroeg, dat gelooven was: aanvaarden en dat er voor 'n Christen meer aan te nemen viel dan alleen waarheid. Nu kon men loochenen eenig waarheidsmoment in deze "schatten van Christus" aan te treffen, maar dat treft men niet aan op de lijn die naar de Reformatie voert. Wel echter de veronachtzami ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 33
32 In de tweede plaats onderscheidt hij niet alleen de openbaring van den Schepper en den Verlosser, maar in de eerste weer die uit het werkstuk en uit de algemeene leer der Schriftuur 57). Aan de woordopenbaring in de laatste ons meegedeeld beantwoordt het geloof, dat alle supranatureel karakter ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 34
33 door den terugkeer tot A ris tot e les. Deze combinatie verzwakte de Gereformeerde theologie buitengemeen. Allereerst omdat men zoo tegenover de nieuwere stroomingen ging verdedigen wat op de keper beschouwd van den geest der baanbrekende richting niet principieel verschilde. En niet minder wi ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 35
34 quae sunt divina ex tui anima sententia regenerari 67). De oudheid is bij dit alles niet doel, maar voorbeeld, blijkbaar om haar gemis aan eenig Christelijk ferment. De weg naar deze wedergeboorte is de wedijver met de natuur. Het natuurbegrip der Renaissance is dan ook nog allerminst het mode ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 36
35 door hen die, evenals het Christendom, de kenbaarheid Gods leerden, maar de "woordopenbaring in het Paradijs" verwierpen: zich niet te vreden stellen met de kennis van het werkstuk, die andere wetenschappen ons verschaffen, streeft men nu immers naar kennis van den Schepper uit het werkstuk zo ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 37
36 een verschuivende: het reeds geordende wordt in het subject opgenomen en werkt mede aan de vorming van wat aan het object nog verbleef. De adaequatio wordt in actieven zin genomen: reeds de enkele zintuigen gaan voorbij wat hun niet past, in later stadium verzamelt de beeldenvormende kracht he ...