Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 38
37immers de oude metaphysica en de vakwetenschappen elkander vaarwel. Het is de vakwetenschap te doen om de bepaling der relaties tusschen momenten en deze bepaling schrijdt binnen een gezichtsveld voort: er is een proces dat met het oog op het resultaat dat bereikt wordt begripsvorming ka ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 39
38 Maar als gezegd: men onderscheide het goede van het kwade element. Wie dat niet doet keert met Be z a en Mei anc h ton tot A ris t ot e les terug en miskent de waarde van het nieuwere wetenschapsbegrip, dat niet alleen de Aristotelische teleologie maar ook het dualisme van P I a t 0, eerst doo ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 40
39 gezichtsveld der mechanica stonden nog allerminst vast. Want evenzeer als het b.v. in een G a I i I e ï valt te prijzen, dat hij krachtens de afpaling van z'n studieterrein enkele zintuigelijke qualiteiten daarbuiten sloot, valt het in hem te laken, dat hij daarbij niet radicaler te werk ging. ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 41
40 het laatste behoort ook wat hij weet omtrent zich zelf: het is dus geheel het object der waarneming, innerlijk en uiterlijk samen. Dat object is - op dit voorstellingsstandpunt volkomen terecht - de ruimte, het zich richten op dit als oer-substantie gedachte object beschiedt met zoo algeheele ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 42
41Geen wonder, dat 'n critiek als deze de kentheorie evenmin tot inkeer vermocht te brengen als het intuitionisme van B 0 ut rou x en Be r g s 0 n later in staat was het Neo-Kantianisme te verslaan. Lei b n i z bouwt althans grootendeels rustig voort op de oude grondslagen. Wel moet de geo ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 43
42 mogelijkheid als vervulling van 'n bepaalde mogelijkheid wordt gezien 83). Nu onderscheide men bij Lei b n i z scherp ruimte en tijd eenerzijds en de methode aan den anderen kant. Ruimte en tijd heeten, als bij alle vitalisme, van de materie geabstraheerd: ze zijn dus in deze zin niet absoluut ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 44
43 velden en vat dan ook het staven van het samengestelde begrip door meer enkelvoudige in een bepaald veld - dat der arithmetiek - op als de aanvankelijke verwerkelijking van z'n ideaal. Waar hij niet verder kan, schrijft hij dit toe aan de menschelijke beperktheid: voor God zijn ook de toevalli ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 45
44 blijkt wat hem dreef: daar maakt de tegenstelling van noodwendig en toevallig plaats voor de oude van logischen vorm en reëelen inhoud 75). Had Kan t nu maar dezen logischen vorm zoowel van het oordeel als van het subject losgemaakt, dan ware hij heel wat verder gekomen. Maar dat geschiedde ni ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 46
45De ordetheoretische aprioriteit is iets moeilijker te vatten: ze is alleen vast te stellen met behulp der methodiek. Methode is reis, in de kentheorie: reis naar het adaequate begrip dat wat z'n inhoud betreft identiek is met de bepaalde waarheid die men wilde grijpen. Zulk 'n waarheid n ...
Logos en ratio : beider verhouding in de geschiedenis der Westersche kentheorie - pagina 47
46die alles ordent staat als vrij van het wetenschapsproces dat slechts op het ordenen der phaenomenale wereld is gericht. In tegenstelling met Hum e c.s. gaat het dus Kan t niet om de psychische verbinding der voorstellingen in den geest, maar om diens werk, de methodische inductie der ph ...