Marnix' Byencorf - pagina 7
Dames en Heeren! 1) De geschiedbeschrijving onzer letterkunde is nog niet ouder dan een eeuw. In de 18e eeuw hoort men - afgezien van Bidloo's Panpoëticon - alleen van plannen en voorbereiding, maar eerst in 1808 verschijnt een samenvattend overzicht. 2) In de eeuw, die volgde, werd echter zeer v ...
Marnix' Byencorf - pagina 8
6groote verschil, dat nog steeds heerscht, duidelijk aan: dat van de aesthetische en de historische methode. Niemand zal de eene of de andere uitsluitend toepassen, maar dat van de tegenwoordige beschrijvers onzer letterkunde Te Winkel vooral op het historische, en Prinsen op het aesthetis ...
Marnix' Byencorf - pagina 9
7schoolboekjes toe over letterkunde kunnen niet buiten den bra ven patriot Simon Stijl; maar wie nam zijn bestek zoo ruim, dat Oroen's proza in aanmerking kon komen? S) Vooral bij jonckbloet was het gemis aan waardeeringsververmogen tegenover de heerschende religie in onzen bloeitijd in 't ...
Marnix' Byencorf - pagina 10
8 van bloei zijn 11). Men kwam op den weg van ]onckbloet en Huet terug, en ijlde ze ver voorbij. Verwey gaf met zijn Van-der-Noot-studie de inleiding; Prinsen heeft - vooralsnog - het laatste woord. De sçhoonheidsaanbidding doet zich bij hem hooren met - 't lijkt een paradox - luidruchtigheid. We ...
Marnix' Byencorf - pagina 11
9I. Ongeveer 30 jaar voor den aanvang van den vrijheids-.r oorlog werd Philips van Marnix te Brussel geboren, uit eenadellijke, Zuidnederlandsche, Llit Savoye stammende familie, wier leden hier hooge ambten bekleedden. Veertien jaar oud ging hij met zijn broeder Jan naar de Leuvensche Univ ...
Marnix' Byencorf - pagina 12
10 met hoogere en laepre edelen en consistoriën; hij was de aangewezen bemiddelaar. Bij het Compromis en Smeekschrift speelde hij - naar eigen getuigenis - een rol naar vermogen. 23) En in 1567 verscheen zijn Vraye Narration et Apologie des choses passées, par ceux qui font profession de la relig ...
Marnix' Byencorf - pagina 13
11Het volk draagt hij warme liefde toe; zijn taal en zijn leven kent hij door en door, hun lectuur, hun sprookjes, hun vermaken. En hoe hij hun nooden op het hart draagt, getuigen het Wilhelmus, de Apologiëen van 1566, de "Trouwe Vermaninghe" aan de achtergebleven geloovigen in Zuid-Nederl ...
Marnix' Byencorf - pagina 15
13tijd zou hebben verzameld. Wij weten uit een brief aan Beza van 1566, dat hij zich reeds in zijn rustigsten tijd, vóór 1566, met theologische studiën bezighield. 4b) Zijil veel latere werk Tegen de Oeesfdrijvisclze Leere berust daar waarschijnlijk op. \(1) De Apologieën van 1566 wijzen o ...
Marnix' Byencorf - pagina 14
12 Il.I.,~,Zoo is Marnix, ook al, wanneer hij in 1568, balling 's lands, arm en berooid, in Emden gastvrijheid vindt; 115) -het hart vervuld met zorg en medelijden over zijn geloofsgenooten, die achtergebleven, weerloos zijn overgeleverd aan Duc d' Alba, inquisitie en nieuwe ...
Marnix' Byencorf - pagina 16
14de Engelsche en Schotsche met Skelton, Lindsay, Buchanan, Barclay; de Duitsche met Brant, Murner, Fischart; alle toonen een zelfden drang. Katholieken, Lutheranen, Calvinisten, Libertijnen, iedere partij bedient zich van dit literatuur-genre. Het was geen tijd, waarin men op een goudscha ...