Over het hoogste gezag - pagina 27
28 Bijbel een uitlegger behoeft, en dat, tenzij men aan een bepaald persoon de gave van uitlegging toekent, er niets anders overblijft, dan zijn eigen rede tot richtsnoer aan te nemen en haar het hoogste gezag toe te kennen. Ook dit beweren evenwel schijnt mij onjuist. Geenszins ontken ik dal wij ...
Over het hoogste gezag - pagina 18
19 deld volk, tot behoud van een school waar vrijuit van zijn verlosser mag gesproken worden, tegen een schat kist die, omdat de onderdrukten zelve steeds gedwongen worden haar weer te vullen, onuitputtelijk schijnt, — wat is die strijd, al moge ook hij vaak met veel onreins en zondigs besmet zi ...
Over het hoogste gezag - pagina 28
29 worden tot meerder opmerkzaamheid en tot beter ver stand van de vaderlijke raadgevingen. Laat ons vooral niet vergeten dat, ook bij het onder zoek der Schrift, de Christen, zoo hij er om bidt, door den Heiligen Geest geleid wordt. Ook ik bedoel, even als Mr. Groen van Prinsterer, (42) „een o ...
Over het hoogste gezag - pagina 2
H O O G E E R Z A M E H E E R E N D I R E C T E U R E N ONZERVEREENIGING,H O O G A C H T R A R E H E E R E N C U R A T O R E N ONZER U N I V E R S I T E I T , H O O G G E L E E R D E H E E R E N P R O F E S S O R E N IN D E O N D E R S C H E I DENEFACULTEITEN,Z E E R ...
Over het hoogste gezag - pagina 3
4 Zoo schreef ongeveer drie eeuwen geleden Calvijn (1). „Maar w i j , " zoo lezen wij in een geschrift van een onzer scherpzinnigste staatslieden van den tegenwoordigen tijd, „wij bestrijden alle aprioristische opvattingen en achten alle deductiën uit zoogenaamde godskennis verkeerd; wij willen d ...
Over het hoogste gezag - pagina 4
5 selen van het oude staatsrecht, ook door Mr. Groen van Prinsterer verdedigd, nog steeds als de ware hul digen, — nu gaat er bij sommigen een kreet van ver ontwaardiging op over zoo onwetenschappelijk bedrijf, ter nauwernood van snood boerenbedrog te onderscheiden; bij anderen is verwondering, ...
Over het hoogste gezag - pagina 29
30 dat gezag zich o p ? Dit wenseh ik in de laatste plaats te bespreken. Het legt zich natuurlijk op aan hem die, hij zij Jood of Christen, waarlijk gelooft dat de Schrift is van God. Het bindt hem, — en hierin onderscheidt het zich van dat der menschelijke rede — ook d a n , wanneer zijne inzich ...
Over het hoogste gezag - pagina 20
21 den acht, zal hij de ware vrijheid handhaven. Minacht hij het, dan zal hij b. v. bij de regeling van het schoolwezen kunnen zeggen: „wij zijn overtuigd dat het eerbiedig zwijgen over den leerstelligen godsdienst in geen geval het godsdienstig geloof der kinderen" aan het wankelen zal brengen, ...
Over het hoogste gezag - pagina 5
Wr• 1aeer hem de gelegenheid daartoe wordt aangeboden? Of Calvijn ongelijk heeft, waar hij zegt „dat 4e Heer het ambt der Overheid niet alleen toelaat en goedkeurt, maar ook bijzonderlijk aanprijst; dat de Overheden toch hunne roeping van God ontvangen, met goddelijk gezag bekleed z ...
Over het hoogste gezag - pagina 21
22 die zijn van God geordineerd; alzoo dat wie zich tegen de macht stelt de ordinantie Gods wederstaat.. . . W a n t de overheid is Gods dienares.. . . Daarom is 't noodm onderworpen te zijn, niet alleen om der straf maar ook om der consciëntie wil" (30). Deze uitspraken van Pan lus zijn eene aan ...