Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 21
17 overeenkomstigheden opbouwde, dat met soortnamen wordt belegd. W a t dit nominalisme als aanvang onzer ervaring aandient ^^), is veeleer een richting, waarin wij streven kunnen, onze ervaring om te werken. Aan het eind van die richting ligt niet terugkeer tot, maar bereiking van een volkomen b ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 22
18 Welke soortnamen het zijn, wier voorwerp ons even oorspronkelijk gegeven is als de beteekenis van dit, dat, iets, moge hier onbepaald blijven. Het gebruik van dit, dat, iets zonder nadere aanwijzing is vanwege zijn onbepaaldheid vrij en leidt daarom nooit tot verschil of conflict. Dit doet zic ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 23
19 ontmoeting van tegenstrijdige praedicaten het dit doet loslaten, waarom het ging en inplaats daarvan de vraag stellen: wat is a, wat b, wat zijn de soortnamen zelf, die ter bepaling van dit worden aangediend? Wanneer men zegt, dat een conflict over soortelijke bepaaldheid een woordenstrijd is, ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 24
20 b. Imperatief en Staat de verwantschap tusschen aanwijzend en onbepaald Infimttef. j^jj j ^ voornaamwoorden vast, dan hgt het voor de hand, haar analogie te zoeken bij die andere woordsoort, die een onbepaalden vorm heeft, het werkwoord. W a t kan hier het overeenkomstig pendant van de onbepaa ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 25
21 dezen samenhang. In het onbepaalde vallen werkelijkheid (indic.) en noodzakelijkheid (imper.) samen, in het onbepaalde maakt het geen onderscheid, of wij den eisch stellen, dat iets tot stand komt, dan wel constateeren, dat iets gebeurt; het gemeenschappelijke is de voorstelling van iets. De i ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 26
22 reeds „ondergebracht". Voorts is dit eenmaal voorkomende in de taalkunde niet wat deze bedoelt, dat het in de taal is, daar in de taal van alles geldt, dat het maar eenmaal voorkomt en daarom de taal, buiten de taalkunde gedacht, het zuiver onbepaalde is. De taalkunde gaat niet in de taal zelf ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 27
23 "-"het begrip met meerdere gevallen. De opbouw van zulk een begrip wordt gedacht in de volgorde: van menigvuldigheid naar eenheid. Alle gevallen, die samen eenheid hebben, zijn door één van hen voorstelbaar. Zij kunnen in hun eenheid tezamen door een voorbeeld als dat eene worden voorgesteld. ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 28
24 taalkunde plaatsvervanger van het onbepaalde heeft het daar niet die wijde strekking van aliquem aliquid: deze zijn van geval tot geval reeds onbepaald en dienen hier in hoogere onbepaaldheidsorde om aangaande het gebruik van het onbepaalde doceo iets vast te leggen. Is er, zoo kan men vragen, ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 29
25 aanwezig, zoover de woorden zelf meer onderscheiden zijn, toch wel, in zoover zij zich door geen naamvalsuitgang meer onderscheiden. Voor hoogere onbepaaldheid, die iemand en iets verbindt heeft de taal geen eigen term. Tenzij men daarvoor iets neemt en daaronder iemand als geval schaart. Ook ...
Het onbepaalde in de taal en in de taalkunde - pagina 30
26 vermijdt. Niettemin valt over de grammatische begripsnaam eveneens een schaduw, namelijk de vraag: hoe komt met zekerheid een grammatisch verschijnsel aan benaming met zijn eigen begrip, indien dat begrip heel iets anders is dan het verschijnsel zelf ? Ons voorbeeld van zooeven is : een dubbel ...