De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 14
-- 12 — de uitdrukking is van BAUMSTARK — zich ook hier gelden doet, en daardoor deze belangstelling voor de vreemde volken niet zóó ver gaat, dat ze zelf de vreemde talen leeren en er gebruik van maken voor zelfstandig onderzoek — hadden ze het gedaan, dan ware naar BELOCH'S treffende opmerking ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 25
-23-moed, voor een groot deel niet anders zouden blijken te zijn dan inventarislijsten der oudere Kretenzische paleizen : en ook nu reeds, nu van een lezen dezer teekens nog geen sprake is, brengt EVANS ze in verband met de latere receptie van het Phoenicische alphabet in G-r ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 34
Het tweede deel der mij opgelegde taak, immers voor den rector de hoofdzaak, komt mij voor, niet het eenvoudigste te zijn. Acht men die taak naar behooren vervuld door eene bloote chronologische opsomming der fata academica in het afgeloopen jaar, dan behoeft zij voorzeker niet veel hoofdbrekens ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 15
-13-ging tot het romantische en fabelachtige, die, den Grieken nimmer geheel vreemd, door ALEXANDER'S ondernemingen niet weinig toegenomen was, komt ze er toe, de barbaarsche volken te idealiseeren en te projecteeren in hun kuituur datgene waaraan de wereld behoefte had, dat ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 16
-14-heeft volgens ARTAPANUS ABRAHAM de Egyptenaars in de astrologie onderwezen en verklaart de Joodsche wijsgeer ARISTOBULUS MOZES zelfs voor den vader der Grieksche philosophie. Zijn eindpunt heeft dit proces bereikt in de volgende periode, door RITTER gekenschetst als een t ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 26
= 24 =(over deze vraag loepen de meeningen uiteen), de kracht ervan gaat daarmede niet te loor; en dat te minder, waar wat van de taal geldt, ook ten opzichte van andere uitingen van het Grieksche geestesleven opgemerkt worden kan en in den laatsten tijd opgemerkt is. Zoo schrijft KAEL DIB ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 35
-33-De gegrondheid dezer opmerking blijkt naar mijne meening aanstonds, wanneer ik, om daarmede te beginnen, op twee belangrijke veranderingen wijs, die in het Reglement onzer Hoogeschool werden aangebracht: de afschaffing van het semi-candidaatsexamen in de Theologische facu ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 19
-17-hoofdvolken weerspiegelt — in het Pythagoreïsche die der Chineezen, in dat der Eleaten de Indische, in HEEAKLITUS' leer de Perzische, in EMPEDOKLES de Egyptische, in ANAXAGOEAS eindelijk de Joodsche —, meent RÖTH de Grieksche wijsbegeerte grootendeels uit de Egyptische th ...
De Beteekenis van het Oosten voor de klassieke Oudheid - pagina 17
-15-rekening werd gehouden, wijl het rechte inzicht daarin ontbrak, daar moest wel dat goede en schoone worden toegeschreven aan vage en verworden herinnering van de oorspronkelijke kennisse G-ods, aan eene algemeene Oeropenbaring, of ook aan rechtstreeksche ontleening aan he ...