De taak der Natuurwetenschap.
I. Er was een tijd|, toen de wetenschap der natuur voor haïe weinige beoefenaars die innerlijk-ontroerende waarde bezat van eene levende en levenwekkende macht, die een algehieele overgave van den geheelea mensdh verlangde, zoo volledig, zoo volkomen^ ZOQ van gansc ...
De taak der Natuurwetenschap.
III. Tot in den treure is }iet in onze kïingen herhaald, dat wetenschap (dat wil natuurlijk zeggen ware wetenlsdhap) uit m'oet gaan van het eeniigfef ware en juiste uitgangSipunt, namelijk van Gods Openbaring in db Heilige SchWft. Tot in den treure, want inderdaad ...
De taak der Natuurwetenschap.
IV Wanneer dan onze beginselen inderdaad voor ons zóó evident zijh, . dan volgt. daaruit tweeërlei taak. In de eerste plaatsi zal m^en toch geroepen zijn voor zich zelf en voor anderen zoo duidelijk mogelijk uiteen te zetten, Wiaarom' juist deze denkbeelden en geet ...
De taak der Natuurwetenscbap.
V. Terug tot die natuurNatuur en kuituur zijti biegrippen, die in het miodeme leven mieier en mteer tegemovei^ eltdalnder zijn komen te staan, inplaats vajn ©en ©enheidi te vormen als natuurlijlk© kuituur.De kuituur heeft zich van 'é& natuur vervr ...
De taak der Natuurwetenscbap.
VI. Terug tot !d!e natuur heeft men als' devies voor de natuurwetenischapi maar al te' vaak misverstaan als zou diaarmeie biedoeld zijn, , weg vaai het expC'ri'mient.Onigietwijf'eld k'aJa onis lie natuur 'M haar ongerapte taiiajesteit van velden fen bosschen ...
Apologie en Natuurwetenschap.
I. De apoIogie. (geloofevei-ldediginig) neemt onder ons. Gereformeerden, geen belangrijke plaats in. Misschien is dït voor een deel wel toe t© schrijven aan een .reactie tegen i'dje opvattingen van sonMnige Nedierlanidscbe theologen uit bet mididen der vorige eeuw, ...
Apologie ea Natunrwetenschap.
II. In den loop der nögentiedde eeuw is het terrein van den fc^mp' noigmaaJis verandeiid. In dezen tijd heeft de naituurwet'ensohap ongekende vorderingen gtemiaald: len is zi| tot groeten bloei gekomen. In de sterrenkunide, de natuurkuu'dei, de scheikunde ax de bio ...
Apologie en Natuurwetenschap.
III. Het blijft te betreuren, dat ia onze ktingen niet van den beginne aan mieli ernst en volharding, de strijd is aangebonden t^gen de ontwikkelingisleer, tegen het monisme en tegen Öie andere| be^ zwaren, die in den naam jder natuurwetenschap' tegen de Christelij ...
Over den Satan.
(Inleiding) II. Tegen deze frivole vereenzelviging nu van God en Satan, van den Heer der heerlijkheid en den knechtelijken tuimelaar in den overmoedigen roes der zonde, handhaaft in de christelijke kerk nog steeds een zeer groot getal van belijders het vaste geloof ...
Over den Satan.
VI. De namen. Het was wel een heel erg dichterlijke vrijheid, die Vondel er toe bracht, in zijn drama „Lucifer" aan één der booze geesten, medestander van den opstandigen Lucifer, den naam „Beëlzebul" te geven.Vondel toch gebruikt dien naam ter jianduiding v ...