Afscheid van Kampen.
Door den gestadigen groei der Christelijke G-ereformeerde gemeente werd de arbeid van Kampens eenigen leeraar ook steeds zwaarder. De gedachte kwam toen op om zijn arbeid te verlichten door de hulp van een catechiseermeester. Dan, zoo achtte men, kreeg de dominee ook meer tijd voor herderlijk bez ...
VITRINGA
1. Wie wat over de Nederlandsche Kerkgeschiedenis gelezen heeft, bij hem zullen, stuit hij op den naam van Campegius (Kempe) Vitringa Sr, allicht opkomen de gangbare handboeken-notitie's: Sieraad der Praneker Hoogeschool; gematigd Coccejaan; Oostersche talen en exegese; groote toeloop ook van bui ...
VITRINGA
3. In zijn Oratie begint Vitringa met de opmerking, dat hij wil spreken over Synoden naarChristelijk gebruik; immers, zoo zegt hij, ook de vrije steden der heidensche Grieken, onderUng door een gemeenschapsband verbonden, gaven ieder aan haar afgevaardigden, mannen van aanzien, haar mandaten of o ...
VITRINGA
5. Het oordeel van Gregorius van Nazianze, zegt Vitringa, is dus wel zeer ongunstig. Gregorius vergelijkt de Synoden van zijn tijd bij kraanvogels en ganzen, die elkander op verwoede wijze te lijf gaan, en beweert, dat ze niets toebrengen om de gebreken te genezen, maar veeleer de geheime kwalen ...
VITRINGA
Ten volle geeft Vitringa toe, dat er Synoden geweest zijn die te berispen waren. Waar het vleesch heerscht is de Geest niet; waar geen onderwerping aan de Schriften is, daar is Christus niet.Zoo ook als natuurlijke menschen, den Geest niet hebbende, maar die zich verhoovaardigen op den lui ...
VITRINGA
over nut, noodzakelijkheid, gezag van synoden V 8. Terecht stelt nu Vitringa de vraag: maar wat noodzaak hebben dan de Synoden? Indien er zelden goede worden gehouden en dè meeste vol gebrek zijn en zelfs de goede, wanneer ze het geloof der kerk door Ijun ca ...
VITRINGA
over nut, noodzakelijkheid, gezag van synoden VI 9. Wat moet nu de conclusie zijn? Vaartwei, Synoden? Weg er mee? Neen, zegt Vitringa, dat zou ik niet willen en zoo bedoel ik het niet. Maar als men ter zijde stelt haar volstrekte noodzakelijkheid, dan raden ...
VITRINGA
VIII 11. Laat ik er nu nog aan mogen toevoegen, dat volgens de wet der christelijke discipline, door de Apostelen aan-de kerken voorgeschreven, het haar opzieners niet vrijstaat in een algemeene beroering der geesten ter oorzake van^ zeer gewichtige geloofsgeschill ...
VITRINGA
over nut, noodzakelijkheid, gezag van synoden IX 12. Ingeval nu, zegt Vitringa, de dienaren van Christus bevinden, dat er verderfelijke dwalingen worden - verbreid, met den grondslag van 't geloof in strijd, dan weten ze zich geroepen om de auteurs van deze valsehe ...
VITRINGA
over nut, noodzakelijkheid, gezag van synoden X 13. Vitringa heeft betoogd, dat hij niet behoort tot het slag menschen, die hun broeders, ook om het minste verschil inzake de aangenomen leer, voor de kerkelijke rechtbanken willen sleepen en hen, zoo ze weigeren hun ...