De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 36
38 teit te bewaren. De beteekenis toch van het souvereine gezag is dat het aan geen ander onderworpen is dan aan dat van God en alleen aan Mem verantwoordelijk is. Te recht wordt ook door Preuss geleerd de zelfstandigheid en bevoegdheid tot machtsuitoefening van allerlei kringen, die de Staat ni ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 35
37 Enhiermedetusschenwensch ik dereeks van verschilpuntendie twee groote rechtsbeginselen te sluiten.Zijschijnt mij voldoende om te bewijzen, dat de Germaansche staatniet kent het alles tot zich trekkend en in zich opzuigend beginsel ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 34
36 leden en dezen een subjectief recht bezaten tegenover genen. Zoo moest ook de Germaansche beschouwing van den Staat, toen eenmaal uit de verbinding van geslachten tot stammen en van stammen onderling zich een staat gevormd had, geheel afwijken van de Romeinsche, en moest voor haar de Staat, in ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 33
SS genooten beperkt was, en hij die daartoe niet behoorde vrede - d. i. rechteloos was, zoo kon toch juist om het beginsel, dat de persoonlijkheid in zich zelve beperkt is en met haar rechten ook hare verplichtingen medebrengt, geen dienstverhouding een dergelijk karakter van onder worpenheid dr ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 32
34 het begrip van persoon of rechtssubject, en het die uitdrukkingen eenvoudig uit het Romeinsche recht overnam, was het begrip zelf toch van den aanvang af aanwezig. Maar terwijl het Romeinsche recht niet verder gekomen was dan den mensch in den afgezonderden kring van het privaatrecht zelfstand ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 31
33 aber keine Person. A l s Privatrechtssubject war sie eine Person, aber keine reale Einheit." De specifiek romeinsrechtelijke gevolgen dezer rechtsbeschouwing waren: de volkomen negatie van eiken juridischen band tusschen de eenheid en de veelheid in de gemeenschap; het onbekend zijn van licham ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 30
32 toekwam. Ten einde aan deze behoefte, die zich steeds sterker gevoelen deed, tegemoet te komen, werd dan aan zulke staatsdeelen, waar en voor zoover de lex die ze in het leven riep zulks toeliet, als toevoegsel rechts persoonlijkheid toegekend ten opzichte van hun vermogen, d. i. in dien krin ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 29
31 »anstaltliches Gepräge« werd opgedrukt, de zelfregeering der tot het Romeinsche rijk behoorende gemeenten over ging in een aan voogdij verwante regeering van keizerlijke ambtenaren. Zoo konden in het Romeinsche publiekrecht in den heidenschen tijd geene met subjectieve rechten voorziene ver ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 28
30 D e privatus, als zoodanig zelfstandig en onafhankelijk tegenover den Populus Romanus, was dit niet als civis en had als civis geen rechten: de Staat was niet een levend organisme, maar een transcendente almachtige eenheid, eene eenheid die een steeds transcendenter en meer en meer »anstaltlic ...
De verhouding tusschen het recht, den staat en de overheid - pagina 27
29recht en aan Romeinsche toestanden geheel vreemde staten. De Romeinen, die onder de Europeesche volkeren het eerst het recht tot een zelfstandig, onaantastbaar gebied maakten, vatten, zooals Gierke i ) opmerkt, de rechtsidee slechts ten halve, daar voor hen recht en privaatrecht e ...