Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 233
;Van229het Euangelium.A. Ja V. Hoe, in substantie en wesen?A, Neen. V.Hoe dan?A. In deomstandigheden,de maniere vanendeuyterlicke dispensatie ende applicatie. V. Hebben die van 't Oude Testament een anderemorale W ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 234
,230Vanhet Euangelium.vyant te haten. Daer van het contrarie staet Exod. 23. 4, 5. Proverb. 25. 21. V. Was de Wet dan in 't Oude ende Nieuwe d sijnTestament? dA. Ja. V. Wat onderscheyt is'er tusschen het EuangeUum in 't Oude, ende tusschen het EuangeUum i ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 235
Vanhet Euangelium.231A. Ja: Luce 15. vss. 2d , 24. Salighzijn de oogen gene ghy siet, want ick segge u, dat vele Propheten ende Koningen hebben begeert te sien 't gene ghy siet, ende en hebben 't niet ge-diesien'tsien, &c.V. Is Ch ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 236
,Van232het Euangelium.nemender bedieninge gekregen,als hy oock eenes beteren verbonts Middelaer is. V. Wat soudt ghy daer op antwoorden? d A. De Apostel wil daer mede niet te kennen geven dat de geloovigen des Ouden Testaments niet souden gehadt hebben de geeste ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 237
Vanhet Euangelium.233het bloet sijns kruyces, door hem, segge ick, alle dingen versoenen sonde tot hemselven, het zij de dingen die op der aerde het zy de dingen die in de hemelen zijn. Joh. cap. 8. vs. 56. Abraham uwe vader heeft met verheuginge verlanght, op dat hy mijnen d ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 238
,Van234het Euangelium.gebracht. Maer dese volmakinge siet en staet op de vervuUinge door de offerhande Christi, en wil de Apostel dan hier mede te kennen geven, hoe dat de geloovige des Ouden Testaments niet zijn verlost noch behouden geworden door de offerhande Christ ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 239
,Van235het Euangelium.AENHANGHSEL. V. IsdenEuangeliumditverkondightvoorgeweestval'?A. Neen. V. Heeft het wel konnen verkondight werden voor den val? A. Ja; want Godt hadde een Euangelische verklaringe, ofte verkon ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 240
,,,Van236het Euangelium.saligheyt door hem, ende alsoo wort het genoemt het woort des geloofs, het geloove des Euangeliums. Maer soo ghy het woort Euangelium wijt ende breet neemt, soo begrijpt het de toesegginge Godts, endede vastsettinge onses pHchts des geloofs ende ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 241
VanVhet Euangelium.237Heeft Godt oock een verbont gemaeckt met denmensche? A. Ja. V. Wat is het verbont Godts? A. Dat verdragh ende contract, het welck Godt met de menschen gemaekt heeft, daer in hy deselve belooft eenigh goet: ende deselve wederom verbint, dats ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 243
Vanhet Verbont Godts.23dsoo aen hem verbonden werden dat volck zijn. V. In hoe veel deelen bestaet dit verbont? A. In twee deelen, aen de zijde Godts, ende aen de zijde van de menschen. V. Waer in is dit verbont Godts gelegen aen dewy wyinsgelijckssijn ...