Voor een distel een mirt - pagina 58
38HET SACRAMENT EN DE HEERLIJKHEID DES HEMELS.Maar een verborgenheid,die ons zoo stellig mogelijkgeopenbaard is. //Ik ben de Wijnstok en mij kunt gij niets doen.""gijde ranken, en zonderMaar al gaat nu deze inwerking van den Wijnstok op de ranken b ...
Voor een distel een mirt - pagina 122
102 ALS //GEloovige" brengt ge uw kindeke ten doop. de gemeenmaking van den heiligen Doop, en daardoor de innerlijke verkankering van de kerk van Christus in de hand gewerkt, als dat doopen zonder keur. Kiet natuurlijk, alsof een predikant of ouderling zoo eens uit zou maken, wie niet en wie wel ...
Voor een distel een mirt - pagina 124
ALS //Geloovige" brengt ge104Dat'eniskindere ten doop.het algemeene priesterschapDoop moet dedeuweertijds gij,en nuuwheiligezalfoliedergeloovigenzijn,waarmee ...
Voor een distel een mirt - pagina 275
GA NOOIT ONVERZOEND.255Gij moet altoos en tegenover een iegelijk tot verzoening bereid zijn want immers in het Onze Vader luidt de bede: vgelijk wij vergeven onzen schuldenaren;''^ d, i. zonder eenige uitzondering, niet alleen den schuldenaren onder onze broederen maar ook onder onz ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 131
,Vandes Menschen Ellende.127soodanige, dewelcke dese waerheyt niet hebben aengenomen, noch beleden; maer deselve in hare con» scientien hebben gehaet , ondertusschen van deselve overwonnen zijn soo datse niet hebben tot haerder verontschuldinge. Siet Matth. 12. 24, 31. ...
Calvinisme en revisie. - pagina 20
18Immers de kenmerkende voorkeur en de kenteekenende eigendommelijkheid van het Calvinisme ligt niet in eenig leerstuk, maar hierin, dat het in de Christelijke rehgie het wezen zelf der hoogste recht laattot zijnreligieeigenaardigegeestesrichtingkomen. Me ...
Calvinisme en revisie. - pagina 34
32hebbenals begenadigden, ingeboorte reeds geschied in Christus denvoorzedat ze diensvolgens als geheüigdenis; 2".Doop moeten ontvangen; en komen,bewustheidtotwie het principiëele werk der weder-schouwd worden dan ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 254
,Van de Persoonen,250de eerste Adam stercker is, als de tweede Adam, namelick, Christus? A. Geensins: want het is meerder kracht eenen van den doot op te wecken ende het leven te geven dan thien duysent te vergiftigen ende om te brengen. 2. De overvloedigheyt van de genade en ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 282
,Van278het eenigh Goddelick Wesen.V. Noemt my eens de namen Godts ? A. 1. Sommige namen beteeckenen het eenigh Goddelick wesen. 2. Sommige beteeckenen de persoenen in het eenigh Goddelick wesen. 3. Sommige beteeckenen de Goddelicke eygenschappen. V. Noemt my eens de na ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 299
,,Van de Goddelicke Eygenschappen.295A. Neen: want sy hebben geen lichamelicke oogen. y. Wat moet men dan op al die texten antwoorden die daer schijnen te spreken van dat uyterlick sien? A. Die moeten verstaen werden van het sien met het verstant.V. Is Godt, ofte het G ...