Filteren
van 195
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 561
Van A. Rom. Actor. 16.8.28.de Koepinge. ].557Cor. 3. 4, &c. 2. Tim. 2. 25.Ende een sekere vrouwe, met name Lydia een purperverkoopster van de stadt Thyatiren, 14.hoorde ons: welcker herte de Heere heeft geopent, dat sy acht name op het gene van ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 585
Van watV. Tothet Eeuwige Leven.eyndesal581u dese saligheyt gegevenworden ? A. Om Godt eeuwighlick te loven ende te prijsen. V. Maer hoe sal een mensche best gaende gemaeckt worden om na dit eeuwige leven te verlangen ? A. Dat hy by hem selven ter d ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 545
,Van de algemeyneChristelicke Kercke.541A. Tot onse Kèrck. V. Waerom tot de onse? A. Om datse de ware Kercke is. V. De Papisten seggen, dat onse Kercke de ware Kercke niet is, nadien daer vele secten in zijn? ontkennen dat 'er secten in onse Kercke A. zijn; maer wel da ...
Elfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 85
19 3. Dalfsen. Correspondent:Begunstigers: • "W. Arnholst.Lutten. Ommen.- - -• • '••omvattende:Ankum.' Agent: Begunstigers: Jar t Koezen.Salfsen. Agent: Leden: A. Baron van Dedem. Begunstigers: w Nieboer. G. J. Westenbrink. G. V. d. Kamp. G Lucas. J. Fahner. A . ...
Voor een distel een mirt - pagina 223
HET HEILIGE DER HEILIGEN.203huwde, toen Adam nog rein en heilig in het Paradijs stond, maar duizenden van jaren later, toen heel ons en heel onze mengeslacht zijn weg verdorven had ,sehelijke natuur een melaatsche;melaatschaan de voeten. dat is nog de die ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 215
Vanhet Middel der Verlossinge.211V. Hoe veel persoenen zijn dat? A. Een persoon. V. Hoe veel Middelaers zijn dat? A. Een Middelaer. V. Waerom moest uwen Middelaer soodanigh zijn,Godt ende Mensch? dat hy anders voor konnen betalen, ende my maken.-dat isA. ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 204
-,,Van200het Middel der Verlossinge.A. Neen: want onse onvolmaecktheyt ende onvol komentheyt is te groot, gelijck uyt de boven-geciteerde plaetsen kan afgenomen werden. V. Maer een man die yemant wat te kort gedaen heeft, ende hy compenseert of restitueert den selven t ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 257
,die doorChristum verlost253zijn.V. Maer sy seggen, datse oock geloovige zijn? A. Het seggen en is niet genoegh, de daedt moeste daer by zijn: Matth. 7. 21. Niet een yegelick die tot my seght, Heere, Heere en sal ingaen in 't Koninckrijcke der hemelen: maer die ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 309
Van de Goddelicke Eygenschappen.305anderen ten aensien 't gene Godt van sijn welbehaende 't gene hy niet en openbaert. gen openbaert Ende soo wort Godes wil onderscheyden in den verborgen, ende in den geopenbaerden wil. Ten derden, zoo wort de wille Godts gestelt, niet alleen tweede ...
Voetius' catechisatie over den Heidelbergschen Catechismus - pagina 335
Van331de Engelen.bidden, bevelende de uytkomste den wille Godes. V. Heeft Godt alleen dese macht om den Satan te gebieden, ende uyt te werpen? A. Ja: als Heere ende Meester. V. Maer de Apostelen ende andere hebben oock de macht gehadt ende gebruyckt? A. Dat was een bedienende ...
van 195
